- Agrarische revolutie
- Waterspecialisten
- Nieuwe gewassen
- Overblijfselen in Granada
- Overblijfselen in Córdoba
- Medina Azahara
- Toepassingen
- Water vergaren
- Water vervoeren
Het zijn niet alleen monumentale bouwwerken en bijdragen op het gebied van wetenschap en kunst, die de Arabieren na hun onvrijwillige vertrek in de vijftiende eeuw in Spanje achterlieten. Woorden als naranja, azafrán, arroz en azúcar, stammen uit het Arabisch en verwijzen naar producten die de Arabieren uit hun geboortelanden meenamen naar Spanje. Zonder hun belangrijke bijdrage aan de Spaanse cultuur, hadden sinaasappels, saffraan, rijst, suiker en vele andere tropische producten nooit op het Iberisch Schiereiland kunnen aarden. Gedurende de ruim acht eeuwen dat de Arabieren in Spanje vertoefden, wisten zij het Spaanse landschap met hun vernuftige irrigatiesystemen definitief te veranderen. Vanuit hun, veelal kurkdroge, moederlanden brachten ze de daar al eeuwen bekende technieken naar hun nieuwe thuis. Zo konden ze het hier eveneens schaars aanwezige water ook zo efficiënt mogelijk benutten.
Agrarische revolutie
Al vanaf de zevende eeuw werden verschillende methodes om water te verzamelen, op te slaan en te vervoeren gebruikt en beetje bij beetje verfijnd. Het lukte de Arabieren om in hun nieuwe land een ware agrarische revolutie te ontketenen. Dat zij veel, tot op heden zichtbaar, goeds aan de Spaanse cultuur hebben bijgedragen, willen Spanjaarden van nu nog wel eens vergeten. In de geschiedenisboeken duiden ze de verdrijving van de Moren uit Spanje hardnekkig aan met de term; reconquista (herovering), die verwijst naar het in hun ogen ongewenste aspect van dit ‘intermezzo’. Hiermee wordt echter lichtelijk voorbij gegaan aan het feit dat Spanje er nu, zonder de Moorse overheersing heel anders en minder florissant had voorgestaan. Daarbij profiteerde niet enkel Spanje van de vergevorderde kennis op velerlei gebied uit het Midden Oosten. Ook de rest van Europa werd er, zij het enige eeuwen later, beter van.
Waterspecialisten
Overal in het Andalusische landschap vinden we nog sporen van de Moorse irrigatiesystemen die gewassen ook levend wisten te houden tijdens periodes van ernstige droogte. De waterspecialisten legden in heel Andalusië ondergrondse kanalen en aquaducten aan, maakten gebruik van watermolens, bouwden fonteinen en grote waterbassins en wisten met dit samenspel van technieken het Andalusische landschap op een geleidelijke manier drastisch te veranderen. Dankzij de klimatologische karakteristieken in hun geboortelanden wisten de Arabieren precies wat hen in het eveneens droge Spanje te doen stond. De Arabieren focusten zich met hun waterwerken vooral op het platteland. Eenvoudige boeren leverden elk, onder begeleiding van enkele waterspecialisten, een aandeel aan het omvangrijke hydraulische netwerk. Ze maakten gebruik van kleinschaliger en niet direct zichtbare middelen en wisten zo het Spaanse landschap te veranderen tot wat het grotendeels nog steeds is. Ook bergachtig land kon met behulp van bovenstaande middelen worden gecultiveerd. Door de aanleg van terrassen in combinatie met bevloeiingskanalen konden steile berghellingen eveneens worden benut. In de Alpujarras zijn hiervan nog genoeg voorbeelden te vinden. Water uit smeltwaterriviertjes, grotere rivieren en regenwater werd met behulp van onder- en bovengrondse kanalen met dammen, zijriviertjes via de akkers naar de zee geleid. Men diende er met beleid en uitgebalanceerde technieken voor te zorgen dat het water in voldoende hoeveelheden, niet te snel (overstroming) en niet te langzaam (stagnatie) naar de gewassen werd gevoerd. Waar geen gebruik van smeltwater gemaakt kon worden, boorden de Arabieren met behulp van slimme apparaten die door dieren in beweging werden gebracht, naar water in dieper gelegen bronnen en brachten dit naar de oppervlakte, waar het in grote reservoirs werd opgeslagen.
Nieuwe gewassen
Dankzij de voor die tijd innovatieve watertechnieken konden ook de voor Spanje nieuwe tropische en subtropische gewassen zoals artisjokken, avocado’s, saffraan, sesamzaad en citrusvruchten overleven en definitief wortel schieten in Andalusië. Er ontstonden geleidelijk aan volledig nieuwe ecosystemen op het schiereiland. Ook waren de Arabieren meesters in het verkrijgen van nieuwe variëteiten van bestaande mediterrane gewassen zoals verschillende soorten olijfbomen, dadelpalmen, moerbeibomen (belangrijk voor de rond de tiende eeuw bloeiende zijde-industrie) en een grote verscheidenheid aan vijgenbomen.
Overblijfselen in Granada
Water werd vanzelfsprekend ook gebruikt voor de in die tijd snel groeiende steden van Al-Andalus. Lommerrijke tuinen en patio’s vol bloemen waren belangrijk in het dagelijkse leven van de Moren. Het Alhambra in Granada is hiervan een perfect en zeer goed bewaard gebleven voorbeeld. Overal in de met bloemen overladen tuinen klinkt het geluid van stromend water dat zachtjes via kleine kanalen de intens groene hellingen afkabbelt. Indrukwekkende fonteinen en waterbassins in alle soorten en maten zijn er nog in hun oorspronkelijke glorie te bewonderen. Dankzij aaneengeregen kanalen, die door reservoirs in de Rio Darro van water werden voorzien, bleven de tuinen van het Alhambra prachtige oases, ook in de zomer. De Patio de la Acequía in het Generalife (het zomerverblijf), laat dit eveneens zien. In de Moorse wijk het Albaicin, aan de voet van het Alhambra, liggen nog meer voorbeelden van waterreservoirs, bronnen en tunnels. Ooit deelden dertigduizend Spaanse moslims hier stromend water dankzij een efficiënt rioleringssysteem met 28 grote waterreservoirs die werden gevoed door een netwerk van ondiepe kanalen. Water kwam zo uit een twaalf kilometer verderop in de heuvels gelegen bron naar de stad. De Fuente Grande in de Sierra del Huétor functioneert nog tot op de dag van vandaag als noodbron, nadat in de jaren vijftig van de vorige eeuw het moderne waterleidingsysteem dat van de Arabieren platlegde. Door de smalle straatjes zijn nog kleine sluisjes te zien die het water ooit bij de verschillende huizen afleverden.
Overblijfselen in Córdoba
Op het dak van de Mezquita in Córdoba ligt een ingewikkeld raster van (dak)goten, pijpen en mini-aquaducten dat werd gebruikt om het schaarse regenwater mee op te vangen en naar grote waterreservoirs onder de patio beneden te geleiden. In nabijgelegen Guadalquivir liggen resten van Moorse waterwerken. Een noria (watermolen) is nog vrijwel intact en ligt vlakbij de restanten van een ooit drie meter dikke dam, gebouwd van steen uit Noord Afrika. In de tiende eeuw bracht deze noria, aangedreven door de kracht van stromend water, papierpulp, gedopte rijst en geplet suikerriet voort. Tussen de Mezquita en het Alcázar in Córdoba liggen resten van een aquaduct uit de negende eeuw dat bronwater uit de tachtig kilometer verderop gelegen Sierra Morena naar de stad haalde.
Medina Azahara
Zeven kilometer ten westen van Córdoba vonden archeologen tussen de ruïnes van de Moorse paleisstad, Medina Azahara, bewijzen voor het bestaan van het verbluffende aantal van ruim driehonderd baden, kunstmatige vijvers, zwembaden en bassins. Allen waren destijds voortdurend gevuld dankzij het omvangrijke netwerk van aquaducten en ondergrondse kanalen.
Toepassingen
Het irrigatienetwerk van de Arabieren bestond uit meerdere componenten die elk in een ander stadium van de watercyclus hun nut bewezen. Hieronder een overzicht van de meest voorkomende toepassingen in Al-Andalus.
Water vergaren
Een shaduf is een simpel mechanisme dat al in de zesde eeuw in Spanje werd geïntroduceerd, maar pas vanaf de veertiende eeuw de rest van Europa bereikte. Rond de Nijl in Egypte en in veel andere Noord Afrikaanse landen is deze techniek nog steeds in gebruik. Het is een hefboom die bestaat uit een lange houten balk die is bevestigd op een korte horizontale balk. Aan de korte achterzijde van de hefboom hangt een tegengewicht (vaak een rotsblok) en aan de lange voorzijde is een touw met een emmer bevestigd. Door het loslaten van het tegengewicht zakt de emmer in een dieper gelegen waterbron en haalt het water naar de oppervlakte. De schroef van Archimedes is ondanks de naamgeving van dit apparaat niet door Archimedes uitgevonden. Hij was wel de eerste die het documenteerde. Een grote, van hout gemaakte schroef werd aangebracht in een cilinder. Zodra de schroef draaide, haalde het schroefdraad water omhoog naar een sluis uit een dieper gelegen bron. Het gebruik van een noria was in de Arabische wereld aan de orde van de dag.
Overal waar snel stromend water was, werden norias gebouwd. Deze watermolens werden in beweging gebracht door de kracht van het water dat tegen houten bladen aan het rad stroomde. Aan een ander verticaal draaiend rad waren emmers bevestigd die het water opschepten en door de draaiing van het wiel automatisch leegstorten in een reservoir, van waaruit kanalen het water verder transporteren.
De saqiya werd aangedreven door dieren zoals (muil)ezels en paarden. Het mechanisme bestond uit twee haaks op elkaar staande houten tandraderen. Het verticale rad was boven de waterbron gemonteerd en dreef een ander, horizontaal rad aan, waar potten van aardewerk met touw aan bevestigd waren. Wanneer het dier, vastgebonden aan een paal, zijn rondje liep, kwamen de raderen in beweging zodat de potten zich met water vulden en hun inhoud automatisch leegden in een reservoir bovenaan. De saqiya kwam met de Arabieren mee vanuit Syrië en wordt op het platteland van Spanje en de Arabische wereld nog steeds gebruikt.
Water vervoeren
De oudste qanat ter wereld, meer dan tweeduizend jaar oud, werd gevonden na de rampzalige aardbeving in Bam (Iran) in 2003. Een qanat is een ondergronds kanaal. Ligt het kanaal boven de grond dan wordt het een aquaduct genoemd. Bij Nerja is een aquaduct te bewonderen dat nog volledig intact is en wordt gebruikt. Acequía betekent letterlijk ‘bevloeiingskanaal’. Acequías vormen gezamenlijk een irrigatienetwerk van hoofd- en zijkanalen. Het regen- en smeltwater van de bergtoppen stroomt door de acequías naar de landbouwterrassen op de hellingen en de boerderijen in de dalen. Via aftakkingen en keersluisjes komt het water daar terecht waar het nodig is. Een voorbeeld van een acequía-systeem dat nog in gebruik is, bevindt zich in Alpujarras.
Bron: meerspanje.nl, oktober 2012