Al-Andalus was in de 10de eeuw ongetwijfeld de rijkste en hoogst ontwikkelde samenleving van heel West-Europa. De wetenschappelijke en culturele ontwikkelingen beantwoordden aan de hoge materiële civilisatie, en beide – materiële én geestelijke cultuur oefenden een sterke aantrekkingskracht uit op christelijk West-Europa. Alleen op het vlak van de eigenlijke filosofie was al-Andalus, merkwaardig genoeg, eerder een “laat-bloeier”; het kon lange tijd de vergelijking met de oostelijke moslimwereld niet doorstaan.
Mogelijk speelden hierin een aantal maatschappelijke factoren een rol. In tegenstelling tot het Midden-Oosten, waren de Arabieren bij hun bliksemverovering van Visigothisch Spanje terecht gekomen in een land van verregaande “geestelijke armoede” (ondanks Isidorus van Sevilla). De helleens geïnspireerde filosofische en theologische tradities dienden ze zelf uit het Oosten te importeren. Dat gebeurde in eerste instantie voornamelijk bij middel van “tweedehands” materiaal: hoofdzakelijk muctazilitisch (theologisch), de (veeleer theosofische) shicitische encyclopedie: de “Brieven van de Broeders der Oprechtheid” (Ikhwân as-Safâ’, opgesteld aan het einde van de 10de eeuw; in al-Andalus geïntroduceerd door Maslama) en een conglomeraat van overwegend gnostisch en neoplatonisch materiaal.
Alhoewel er in al-Andalus t.a.v. christenen en joden een grote mate van tolerantie bestond, was het ideologische klimaat er binnen de moslimgemeenschap, meer in het bijzonder wat de falsafa betreft, over het algemeen minder gunstig dan in het Oosten. Een veel grotere religieuze uniformiteit – gevolg van het soennitische monopolie -, een groter religieus fanatisme van de volksmassa’s, de striktheid van de (mâlikitische) schriftgeleerden én de praktische moeilijkheid, zo niet onmogelijkheid, om aan het gezag van de soeverein te ontsnappen: dat alles maakte het beoefenen van de filosofie ook riskanter. Met het uiteenvallen van het kalifaat en de tijdelijke opdeling van al-Andalus onder de zgn. “Partijkoningen” (los Reyes de Taifas, in het Spaans) werd die ideologische speelruimte groter; maar de groter wordende druk van de christelijke zgn. reconquista leidde dan weer tot de in aanzet religieus-radicale Berberdynastieën (eerst de Almoraviden, vanaf 1086; vervolgens de Almohaden, midden van de 12de eeuw). Meer dan één filosoof diende te verzaken aan zijn bezigheden; enkelen eindigden zelfs op het schavot. Die algemene situatie kon weliswaar een krachtige stimulans vormen voor filosofen om een oplossing te vinden voor het “Scholastische Probleem”: d.w.z. de kwestie van de verhouding tussen openbaring en filosofie. Maar ze kon de filosoof eventueel ook een pessimistisch gevoelen van berusting inprenten, de overtuiging m.a.w. dat hij zich beter kon terugtrekken in zijn intellectuele “eenzaamheid”.
Het hiernavolgende overzicht beperkt zich tot de drie bekendste namen, en is vooral gecentreerd op de grootste andalusische faylasuf: Ibn Rushd (Averroës). Wellicht géén andere filosoof is meer misbegrepen of meer belasterd dan Ibn Rushd. Maar geen andere moslimdenker ook heeft een grotere invloed uitgeoefend op de Europese cultuur. Want de ironie van de geschiedenis heeft gewild dat Ibn Rushd, die zich méér dan wie ook inzette om het vreedzaam samen-gaan tussen religie en filosofie mogelijk te maken, in de eigen moslimwereld nauwelijks weerklank heeft gevonden. Ook voor de Roomse Kerk gold hij als dé exemplarische vijand van alle godsdienst, maar, zoals gezegd, vanaf de 13de eeuw was er ook een “heterodoxe” stroming die zijn opvattingen, met name ook zijn radicaal aristotelisme, huldigde. Ook al berustte het vooral op een reeks misverstanden (zoals Renan voor het eerst heeft aangetoond), dit “averroïsme” heeft een belangrijke rol gespeeld in de Europese filosofische en wetenschappelijke ontwikkeling; in Italië, meer in het bijzonder in Padua, zou men nog (scholastieke) “averroïsten” vinden tot in de 17de eeuw. Maar bovenal zou Ibn Rushd in de Europese Renaissance (en nadien ook Reformatie) aanwezig zijn dank zij zijn ideeën over een strikt rationele filosofie en een rationele theologie gebaseerd op de Schriftuur.
Lees meer over Ibn Bâjja
Lees meer over Ibn Tufayl
Lees meer over Ibn Rushd (Averroës)