Ofwel – over het verschil tussen Ibn Rushd en Averroës. Vraag het niet aan ChatGPT, want dan krijg je te horen dat er geen verschil is. U heeft gelukkig uw eigen columnist. Hier de column zoals verschenen in het Vriendenmagazine.
Ibn Rushd (Cordoba 1126 – Marrakesh 1198) is onlangs toegevoegd aan het ISVW Filosofenpad. Ik was daar op afstand bij betrokken.
“Vanaf de 12e eeuw lag het intellectuele centrum van de islamitische beschaving, maar ook van Europa, in al-Andalus, het islamitische rijk van de Oemmajjjaden op het Iberisch schiereiland”, aldus Patrick Loobuyk (blz. 82). Ibn Rushd is bekend geworden als “De Commentator”, d.w.z. als intermediair (vertaler + uitlegger) in het Arabisch van de teksten van Aristoteles, die vanuit Bagdad richting al-Andalus kwamen.
Voor het zoeken naar de waarheid staan de rede en de filosofie (lees: wetenschap) voor Ibn Rushd centraal. Dat betekent dat de letterlijke lezing van de Koran ondergeschikt is aan rede en filosofie. Wetenschappelijke (waaronder filosofische) kennis is essentieel, onmisbaar en vereist voor het begrijpen van de wereld en van het geloof.
In zijn boek Fasl al-Maqal (Het beslissende woord; zie onder bronnen) ziet Ibn Rushd filosoferen als een religieuze activiteit. De Koran vraagt moslims immers om rationeel na te denken over alles wat bestaat. Door de wereld te bestuderen komen we meer te weten over de goddelijke maker ervan. Ibn Rushd benadrukt dat de uitkomsten van de wetenschap (nogmaals: natuurwetenschap en filosofie) niet in tegenspraak kan zijn met de Koran. In de woorden van Loobuyk: als er zich toch een tegenstrijdigheid lijkt voor te doen, dan is dat slechts schijn. Want wat in de Koran staat is waar en bij schijnbare tegenstrijdigheden moet er gezocht worden naar de diepere, verborgen betekenis van de tekst totdat blijkt dat die wel degelijk overeen komt met de wetenschappelijke kennis. Ibn Rushd voegt er aan toe dat het niet iedereen gegeven is om die diepere betekenis van de Koran te ontdekken. Alleen mensen met voldoende kennis (de filosofen) mogen op zoek gaan naar de allegorische of de metaforische betekenis van Koranverzen.
Dat wetenschappelijke kennis voorrang geniet boven religieuze kennis werd een controversieel standpunt, zowel in de filosofische als in religieuze kringen.
Zeger of Siger van Brabant was een dertiende-eeuwse filosofieleraar aan de Parijse faculteit der vrije kunsten. Hij vertegenwoordigde een radicaal aristotelisme, dat nauw aansloot op de Aristoteles-commentaren van de twaalfde-eeuwse Andalusische, islamitische wijsgeer Ibn Rushd. (bron Wikipedia)
Aan de universiteit van Parijs werd de benadering van Ibn Rushd – inmiddels bekend als Averroës (zijn Latijnse naam) – benoemd als leer van de dubbele waarheid.
Ten onrechte. Siger van Brabant was (aanvankelijk) een prominente aanhanger van Averroës.
Religie en wetenschap (natuurwetenschap plus filosofie) worden gezien als verschillende domeinen die elk hun eigen methoden en doelen hebben.
Religie richt zich op geloof en openbaring, terwijl wetenschap zich richt op rede en rationeel denken.
Deze opvatting was belangrijk in de middeleeuwse filosofie en heeft invloed gehad op latere denkers in zowel de islamitische als de westerse traditie. Het idee van de dubbele waarheid heeft bijgedragen aan discussies over de relatie tussen geloof en rede, en hoe deze twee aspecten van het menselijk begrip met elkaar kunnen samenleven, en hoe niet. De betekenis en doorwerking van het zgn. Averroïsme is voor een volgende column …
Ibn Rushd wist het wel zeker, wetenschappelijk en religieus: er is maar één waarheid.
Nader inzien was daar niet voor nodig. Voor hem en in zijn tijd. Later werd dat anders …
Daarover leest u meer in dit bericht. Een boeksignalering van de PhD van Koert Debeuf.
Bronnen
- Remke Kruk, Averroës. Geloof en wetenschap in de Islam. Averroës: “Het beslissende woord”. Klement, 2e druk 2006.
- Henri Krop, Siger van Brabant – Dubbele waarheid. Ambo 1992.
- Patrick Loobuyck, Wetenschap & Religie. Een spannend duo. Pelckmans, 2023.