Waar kunnen wij op eigen kracht komen? Kunnen wij helemaal zelf de Waarheid vinden, het Boven-natuurlijke, het Goddelijke, het Ene?
Ach – het is zomaar een vraag. Hoewel … Het verhaal van Hayy ibn Haqzan, een filosofische allegorie uit Moors Spanje, gaat daar over. Een prachtig verhaal. Met een voorgeschiedenis, een doorwerking op de westerse filosofie en een betekenis voor onze actuele plaatsbepaling als rationeel individu.
Ibn Tufayl (ca. 1110 (Guadix) – 1185
(Marrakesh); bekend als “Abubacer” of “Ebn Tophail” in het Westen) was een Spaans-Arabische filosoof en arts.
Hij is vooral bekend geworden door zijn filosofische allegorie Hayy ibn Yaqzan. Ḍaarin beschrijft hij vanuit zijn neoplatoonse inzichten hoe een mens (hij noemt hem Hayy ibn Yaqzan) helemaal zonder contact met de menselijke beschaving opgroeit op een onbewoond eiland en daar op eigen kracht bedenkt hoe de natuur en de kosmos in elkaar zitten.
Het verhaal kent een aantal Arabische voorlopers, in het bijzonder afkomstig van Avicenna.
Het verhaal
Ḥayy ibn Yaqẓān groeit op een eiland onder de evenaar op, geïsoleerd van de mensen, in de boezem van een antilope die hem grootbrengt en hem voedt met haar melk. Hij bereikt een steeds hoger niveau van kennis. Het verhaal beschrijft dat in stappen van 7 jaar. Zijn voortdurende verkenningen en observatie van wezens en de omgeving brengen hem tot steeds meer kennis van de natuur(wetenschappen), filosofie en eenheid met de kosmos. Hij concludeert dat de schepping van het universum wijst op het bestaan van een grote schepper.
Het is een soort logische ontdekkingstocht. Hij ontleedt het hert als het is gestorven en komt erachter hoe de organen werken en het lichaam functioneert.
Hij begrijpt dat zijn moeder op een of andere manier uit het lichaam weg is. En dat het probleem bij het hart zit. Hij leert aantallen, kwaliteiten en verschillende concepten. Het wordt prachtig omschreven.
Hayy weet zich met een zelfstandigheid te ontwikkelen vanuit empirie en een naturalistische aanpak, waar een school of leermeester alleen maar in de weg zou zitten, zo lijkt het. Later lezen we bij Rousseau over Emile. Zodra we gaan opvoeden gaat het mis.
Hayy merkt ook hoe ontoereikend taal is. Hier zit een meer spirituele dimensie van de ontwikkeling. Hayy leert de menselijke taal van Asal, iemand (de allereerste mens die Hayy tegen komt) die van een dichtbij geleden eiland komt. Asal beseft dat wat Hayy omschrijft ongeveer is zoals men over God praat op zijn eiland. Maar als Hayy meegaat naar het eiland (met koning Salaman) komt hij van een koude kermis thuis. Hayy begrijpt dat het beter is dat “zulke mensen” zich op hun Heilige tekst richten, dat is hun sociale stabliteit en veiligheid. Hayy en Asal gaan terug naar hun eiland. Zij hebben iets dergelijks niet nodig, zij kiezen voor hun eigen spirituele pad.
Filosofische doorwerkingen
Het boek van Ibn Tufayl heeft op tal van plekken doorgewerkt in het Westerse denken nadat het in het Latijns werd uitgegeven. In 1672 verscheen in Amsterdam in kringen rond Spinoza een Nederlandse vertaling.. In de inleiding op haar vertaling gaat de Leidse hoogleraar Arabisch Remke Kruk in op de auteur, de filosofische en theologische achtergronden van die tijd en op de betekenis van dit boek.’
Doorwerking is er ook op de empiristen, daar waar de discussie ging over de ‘tabula rasa’ en de discussie over natuur versus opvoeding (nature/nurture). We herkennen Robinson Crusoe (1719), Jungle Book ((1894) en Tarzan (1912).
Het boek geeft een mooi beeld van de eenheid van ons bestaan. En geeft aan hoe parallel in de islam ratio en openbaring lopen. Nadenken en onderzoeken zijn eigen aan de mens.
Het zijn niet alleen (menselijke, feitelijke) mogelijkheden, maat het zijn ook (morele) verplichtingen. Als een religieuze opdracht om één te worden met het Ene.
We moeten een hoger kennisniveau dan dat van rationele kennis bereiken. En dat kunnen we ook. Verbeelding en mystiek helpen ons daarbij. Begeertes, hebzuchten en het nastreven van eigenbelang zitten ons in de weg. Daar moeten, en kunnen, we afstand van nemen.
Ga hier naar mijn ISVW column in pdf-formaat.
Hier vindt u veel meer informatie over dit boek en alle filosofische implicaties. Uitleg en teksten (ook downloadbaar in pdf).
Het verhaal bewerkt als Nederlands kinderboek – en als publieksfilosofie
Het boek De Zoon van de Gazelle gaat over een jongen die, aangespoeld op een onbewoond eiland, door een gazelle wordt opgevoed en in zijn eentje over de wereld gaat filosoferen. Het verhaal vormt de basis voor Islamitische filosofie: de jongen komt via de ratio tot de grote filosofische mysteries en in een grot beleeft hij een mystiek inzicht.
Omdat vergelijkbare verhalen over verlichting en God in meerdere culturen voorkomen, is het in zekere zin een universeel verhaal.
De prenten ogen Arabisch en zijn versierd met mozaïek patronen. De schrijvers, Sabine Wassenberg en Kamel Essabane, proberen hiermee bruggen te bouwen in onze diverse samenleving, door te laten zien dat bepaalde filosofische vragen universeel zijn, ongeacht de levensbeschouwelijke achtergrond van de persoon die ze stelt. Deze vragen zijn in deze eeuwenoude mythe samengevoegd. Iedere lezer wordt zich aan de hand van dit boek bewust van een aantal grondvragen. Lees hier verder.
De filosofische gespreksmethode geeft de docent een veilige positie en daarmee de ruimte om respect te hebben voor alle antwoorden en overtuigingen, en het kritische denken te stimuleren. Het boek De Zoon van de Gazelle is hierbij een stimulus: een verhaal levert input om het gesprek te voeren in de klas over filosofische vragen. Download hier een digi-folder over het boek met een fragment.