Het Huis der Wijsheid: de eerste denktank ter wereld
Het Huis der Wijsheid nam bestaande kennis op en produceerde weer nieuwe. Het systeem werkte zo goed, dat er meer soortgelijke centra werden geopend.
Zij werden de eerste denktanks van de wereld die via hun netwerk kennis deelden en vergrootten.
Wetenschappelijke teksten werden er vertaald, bestudeerd en aangevuld met nieuwe kennis. De invloed van het Huis der Wijsheid is ook in ons tijdperk nog zichtbaar in velden als geneeskunde, wiskunde en scheikunde.
- Verzameling van alle kennis
- De stichting van het Huis der Wijsheid
- Aristoteles beantwoordt de vraag: “rede of openbaring” in een droom van al-Mamoen
- Een geschikte plaats
- De beste denkers en de grootste geleerden
- Origineel eigen onderzoek
- De waarde van kennis
- De ondergang van het Huis der Wijsheid
- De genadeslag
- De redder
Verzameling van alle kennis
Bagdad was tussen 762 en 1055 het middelpunt van alle kennis. Het is misschien wel het bekendst om de Griekse filosofie die er werd vertaald en daarmee gered van de vergetelheid. Wat we tegenwoordig weten van de Griekse filosofen, hebben we uit manuscripten die zijn vertaald en bewaard gebleven mede dankzij het Huis der Wijsheid. De vertalers waren vaak joden en christenen die eerst een Syrische en daarna een Arabische vertaling maakten van de filosofische en geneeskundige teksten. Sommigen van deze manuscripten waren buitgemaakt tijdens veroveringen van Byzantium en Perzië. Andere werken werden opgespoord tot aan Constantinopel.
Niet alleen werden Griekse, Perzische en Indiase manuscripten vertaald, ook nieuwe ontdekkingen en uitvindingen zagen het daglicht eerst dankzij het Huis der Wijsheid. Gesticht door Kalief al-Mamoen, waren er naast een vertaalbureau en een bibliotheek, ook observatoria en een ziekenhuis. Tegen het eind van de 9de eeuw had het Huis der Wijsheid de grootste verzameling boeken op aarde.
De stichting van het Huis der Wijsheid
Geboren als Abu Jafar Abdullah al-Mamoen (786 – 833), regeerde Abbasidische Kalief al-Mamoen van 813 tot en met 833. Hij was een product van zijn tijd, dus niet bang voor nieuwe en radicale ideeën of mysteriën en paradoxen. De Moslimwereld had tegen deze tijd ideeën en het gedachtegoed van veel volkeren en culturen geabsorbeerd. Kalief Al-Mamoen stond dus open voor kennis uit elke bron. Wat hij wel vreesde was onwetendheid. Hij geloofde dat als vrijheid in het denken niet was toegestaan, geen nieuwe creaties en uitvindingen meer zouden komen in de wereld. Daarmee kon de wil van God niet worden vervuld. De mensheid zou lijden onder deze gevolgen.
Al-Mamoen wilde graag een school oprichten, maar hij was bang om Gods universum langs de weg van de rede te onderzoeken. Kennis vergaren was voor hem zo belangrijk, dat hij nadat hij de Byzantijnse keizer versloeg, hem niet vroeg om goud of andere rijkdommen als voorwaarde voor vrede, maar om een kopie van de ‘Almagest’, Ptolemy’s Hellenistische samenvatting van gedachten over astronomie.
Aristoteles beantwoordt de vraag: “rede of openbaring” in een droom van al-Mamoen
Al-Mamoen was in de veertig toen hij in het jaar 813 een droom kreeg in de laatste momenten voor de dageraad. Een figuur van licht en goud in een Griekse tuniek, geurend naar olijfolie, stond voor hem. Aristoteles (384 – 322 v.Chr.). Al-Mamoen had sinds zijn jeugd veel over hem gehoord van zijn groeiende cirkel buitenlandse adviseurs, viziers en wijze mannen uit Perzië, Byzantium en Syrië. Aristoteles vertelde dat hij zijn vraag kwam beantwoorden over wat beter is voor de maatschappij; reden of openbaring. Deze kwestie zat de Kalief al lange tijd dwars. Aristoteles zei:
Mijn zoon, zij spreken elkaar niet tegen. Om de ware openbaring te vinden, moet de mens eerst voor rede kiezen, want dat is de doorgang naar openbaring. Sta ervoor open en gebruik het intellect om de hogere waarheid te vinden. Op die manier laat God zichzelf zien aan de mens via ideeën.
De Kalief aarzelde nog even. Volgens velen kwam de ware openbaring niet van het gecorrumpeerde menselijke verstand, maar uit het pure Goddelijke hart. Aristoteles nam zijn laatste bedenkingen weg:
Zulke mensen zijn altijd onder ons geweest. Probeer hen gerust te stellen. Zij moeten hun ideeën niet vrezen, dat zijn heilige giften van God en reflecties van zijn Goddelijke intellect. Gebruik al je middelen om de grote werken te vertalen naar het Arabisch, of ze geschreven zijn in het Grieks of het Latijn of Perzisch of Sanskriet of elke andere taal. Kennis heeft geen grenzen, wijsheid heeft geen ras of nationaliteit. Ideeën blokkeren is het blokkeren van het Koninkrijk van God.
Vroeg in de ochtend liet al-Mamoen zijn vizier, een trouwe Pers, bij zich komen en gaf hem opdracht om de gewichtigste en voornaamste boeken voor hem te vinden op het gebied van filosofie, wetenschap, wiskunde en astronomie. Zijn mensen moesten erop uit worden gestuurd voor een zoektocht onder Byzantijnen en Perzen. Ook waren vertalers nodig om alles naar het Arabisch te vertalen. Hij wilde zijn centrum van kennis het Huis der Wijsheid noemen, naar een bibliotheek van zijn vader, Kalief Haroen al-Rashid (763 of 766 — 809) die had geregeerd van 786 tot en met 809.
Een geschikte plaats
In ‘Lost History’ beschrijft Amerikaanse auteur en diplomaat Michael Hamilton Morgan hoe al-Mamoen in de loop van de ochtend Bagdad bekeek om te besluiten of er een geschikte plek was voor zijn Huis der Wijsheid. Ahmad al-Yaqubi, een geograaf, schreef in zijn ‘Kitab al-Buldan’ dat Kalief al-Mamoen opmerkte:
Ik begin alleen met Irak omdat het het middelpunt is van deze wereld, de navel van de aarde en ik noem Bagdad eerst omdat het het middelpunt is van Irak, de grootste stad, die geen gelijke heeft in het oosten of het westen van de wereld in omvang en voorspoed, hoeveelheid water, geschikte klimaat en omdat het bewoond wordt door allerlei soorten mensen van overal. Zij komen uit alle landen, ver en nabij, en geven de voorkeur aan Bagdad boven hun eigen thuisland. Niemand is beter onderwezen dan hun geleerden, beter geïnformeerd dan hun traditionalisten, overtuigender dan hun theologen … poëtischer dan hun dichters en roekelozer dan hun losbollen.
Bagdad werd opgericht en gebouwd door een voorouder van de Kalief, al-Mansoer. Er was eens een Babylonische rivierstad, Bak-Da-Du uit de 12de eeuw v. Chr. wiens ruïnes nu begraven waren onder de grond, aan de westelijke oever van de rivier de Tigris. De vroege Abbasiden namen het klassieke stadsontwerp van de Babyloniërs over, omdat ze vonden dat deze cirkelvorm met een buitenste stadsmuur en twee binnenmuren uitstekende bescherming bood. In de tijd van al-Mamoen vond men het stadsontwerp beperkend. Het gaf hen een ingesloten gevoel. Daarom verhuisden velen naar een nieuwere stad in al-Rasafa aan de oostelijke oever van de Tigris. Via een brug waren beide plaatsen met elkaar verbonden. Tijdens een vijandelijke aanval kon de brug worden verwijderd.
Bagdad was een groeiende economie, een belangrijke wereldhaven met handelscontacten zover als India, China, Afrika en Zuid-Europa. Er waren verder papiermolens, grote openbare en privé bibliotheken, madrassas (scholen) en Huizen der Vertellingen waar men overdag moralistische verhalen kon horen en ‘s avonds populaire drama’s.
Voor al-Mamoen was er geen twijfel over mogelijk; hier zou zijn Huis der Wijsheid worden gebouwd. Zijn Huis der Wijsheid, ‘Bayt al-Hikma’, de basis voor een maatschappij gebaseerd op rede en innovatie, voor een wereldrijk van geloof dat samenging met rede.
De beste denkers en de grootste geleerden
In 832 was het Huis der Wijsheid voltooid. Hoofdbibliothecaris was Perzische poëet en astroloog Sahl ibn Haroen. Onder de beste geleerden en vertalers die al-Mamoen liet komen, was wiskundige Mohammed al-Khwarizmi die van de Kalief een persoonlijke uitnodiging kreeg om te komen helpen met het zoeken naar God in getallen. Hij is legendarisch om zijn bijdragen aan de ontwikkeling van algebra en het introduceren van het Indiase (Hindoe) decimale systeem aan de Arabische wereld en via hen aan Europa.
Hunayn ibn Ishaq was een Assyrische Nestoriaanse Christen die als arts en wetenschapper, de meest productieve vertaler was met niet minder dan 116 manuscripten. Hij werd ‘Sheikh van de vertalers’ genoemd en stond aan het hoofd van het vertaalwerk. De vertalingen van het Huis der Wijsheid behoorden tot de besten, door hun wetenschappelijke kennis en nadruk was vaak op het toevoegen van nieuwe ideeën aan de manuscripten uit de Oudheid die werden vertaald.
Andere grote namen waren geleerden als al-Kindi, onder meer wiskundige en ontwikkelaar van frequentie analyse, de gebroeders Banoe Moesa, Ibn al-Haytam en taalkundige Sibawayh die de eerste grammatica van het Arabisch opstelde. In navolging van het Huis der Wijsheid ontstonden meerdere soortgelijke centra. Al-Kindi zei eens:
We moeten ons niet schamen om waarheid te herkennen en te assimileren, uit welke hoek zij ook tot ons komt, zelfs al is het van vroegere geslachten en vreemde volkeren. Niets zou de zoeker naar waarheid meer lief moeten zijn dan de waarheid zelf, en er is geen verslechtering van de waarheid, noch kleinering van degene die het spreekt of verklaart.
Otigineel eigen onderzoek
Naast vertalingen van eerdere werk en commentaar op manuscripten, kwamen geleerden van het Huis der Wijsheid ook met eigen originele ideeën en grote ontdekkingen. Al-Mamoen was persoonlijk betrokken bij het dagelijkse leven van het Huis der Wijsheid. Hij bezocht er regelmatig geleerden en deed mee met academische discussies. Zijn astronomen kregen van hem de opdracht om de verborgen boodschap van de ruimte te lezen en er een betere kaart van te maken. Voor dat doel liet hij twee observatoria oprichten. Hierom is een krater op de maan naar hem genoemd; al-Mamun. Van de wereld liet hij ook een kaart maken. De informatie uit de Almagest moest gecontroleerd worden en de echte grootte van de aarde bepaald. In Egyptologie was al-Mamoen eveneens geïnteresseerd en participeerde in opgravingen van de piramiden van Giza.
Mohammed, Ahmad en Hasan Moesa, bekend als de gebroeders Banoe Moesa, leverden eveneens belangrijke bijdragen. Zij waren ingenieurs, wiskundigen en auteurs van het ‘Boek van Vernuftige Uitvindingen’. Daarin stonden zo’n honderd vernuften, waaronder ‘Het instrument dat uit zichzelf speelt’, het vroegste voorbeeld van een programmeerbare machine. Ibn al-Haytam (Alhazen) voerde natuurkundige experimenten uit, met name in de optiek. Andere geleerden schreven over de pokken, infecties en chirurgie. Later werd hun werk de standaard tijdens de Renaissance.
Dit allemaal betekende niet dat de geleerden en vertalers van het Huis der Wijsheid ver van de maatschappij af stonden. In Bagdad bekleedden zij functies als ingenieurs en architecten, zij waren beambten en artsen naast hun werk in het Huis der Wijsheid.
De waarde van kennis
Geleerden en vertalers kregen veel werk. Zij konden zich gemakkelijk onderhouden en het academische leven was een statussymbool. Handelaren en het leger steunden het zelfs financieel. Wijsheid was voor velen meer waard dan materiële rijkdom. De Abbasidische maatschappij begreep hoe belangrijk kennis vergaren was en waardeerde het.
De ondergang van het Huis der Wijsheid
Al-Mamoen stierf tijdens zijn laatste strijd tegen de Byzantijnen, maar de komende 500 jaar zouden het gouden tijdperk van Bagdad zijn. Kalief al-Moetasim (796 – 842) was zijn opvolger en daarna diens zoon Kalief al-Wathiq (816 – 847). Het Huis der Wijsheid bloeide en groeide aan kennis en innovaties, maar toen kwam in 847 de puritein al-Moetawakkil (822 – 861) aan de macht en sloot het Huis. Het wetenschappelijke werk werd voortaan verspreid gedaan. Waar al-Mamoen, al-Moetasim en al-Wathiq open stonden voor wetenschappelijk onderzoek en kennis uit elke bron, hing al Moetawakkil een meer letterlijke interpretatie van de Quran en ahadith (overleveringen) aan. In wetenschap was hij niet geïnteresseerd en zag de Griekse filosofie als anti-Islamitisch. Dat was het begin van de ondergang van het Huis der Wijsheid. Natuurrampen als overstromingen hielpen ook niet.
De genadeslag
Tegen de tijd dat de Mongolen aanvielen in 1258, was Bagdad ver verwijderd van wat het eens was geweest; het academische centrum van een wereldrijk. Twee weken werd de stad belegerd. Op 13 februari kwamen de Mongolen binnen om alles een week lang te verwoesten en te plunderen. Volgens sommige verhalen waren de Tigris en de Eufraat rood van het bloed van geleerden. Het leger van Hulagu verwoestte het Huis der Wijsheid. De boeken uit alle bibliotheken van Bagdad werden in de Tigris gegooid. Het waren er zoveel dat de rivier zwart kleurde van het inkt.
De redder
400.000 manuscripten werden gered door Nasir al-Din al-Toesi (1201 – 1274). Hij bracht hen voor het beleg naar Maragha (Iran). Al-Toesi is genoemd naar zijn geboorteplaats Toes in de streek Khorasan in Iran. Hij leverde belangrijke bijdragen aan wiskunde, astronomie en filosofie. Nadat de Mongolen zijn streek hadden bezet werd hij vizier van Hulagu en hielp hem later bij de verovering van Bagdad. Als dank mocht hij een observatorium oprichten in Maragha, de volgende vermaarde plaats van kennis.
Bron: infonu.nl, 30 mei 2019. Auteur: Sadya.