Oh East is East and West is West and never the twain shall meet.
Deze dichtregel van Rudyard Kipling, de negentiende-eeuwse Engelse auteur die zijn faam voornamelijk aan het onvolprezen Jungle Book dankt, wordt vaak gebruikt om de onverenigbaarheid van de westerse en oosterse wereld te onderstrepen. Beide zienswijzen zouden zó van elkaar verschillen, dat ze elkaar onmogelijk kunnen begrijpen, laat staan in gesprek gaan.
In de huidige, geglobaliseerde wereld is zo’n relativistische opvatting niet langer houdbaar. India en China behoren al geruime tijd tot de snelst groeiende economieën en doen hun invloed steeds meer gelden, ook op politiek vlak. Regelmatig duikt in de media de gevleugelde zin op dat ‘de Eeuw van China’ is aangebroken. Deze nieuwe situatie leidt ertoe dat kennis van de Aziatische cultuur steeds relevanter wordt voor de westerse mens. De oosterse wijsbegeerte is echter voor velen nog onbekend terrein. Bovendien bestaat de common sense kennis over deze traditie voor een groot deel uit clichés of wordt zij vertekend door een roze bril, zoals het dweepzieke hippie-jaren zestig beeld van het Indiase denken. Dit is jammer, want de oosterse filosofie bevat een schat aan fascinerende inzichten voor wie de tijd en moeite neemt om zich erin te verdiepen.
Dit cursusboek wil een leidraad zijn voor iedereen die een eerste verkenningstocht naar het filosofische Oosten onderneemt. Aan de hand van de drie belangrijkste Aziatische cultuurgebieden, India, China en Japan, worden de geschiedenis en de belangrijkste denkbeelden uit het oosterse denken belicht. Soms lijken deze opvattingen uit een geheel ander paradigma dan het onze afkomstig, maar vaak zijn er ook treffende overeenkomsten. Zo zijn Boeddha’s opvattingen over compassie of Confucius’ leefregel ‘Wat je voor jezelf niet wilt, doe dat ook een ander niet aan’ voor ons direct herkenbaar. Binnen het cursusboek neemt de boeddhistische wijsbegeerte een bijzondere plek in. Deze stroming, die door de vooraanstaande Vlaamse comparatieve filosoof Ulrich Libbrecht terecht ‘dé spiritualiteit van het Oosten’ wordt genoemd, ontstond in India, ontwikkelde zich verder in China en werd vervolgens populair in grote delen van Zuidoost-Azië en Japan. Zo vormt het boeddhisme een centrale tak van de oosterse filosofie en geniet zij bovendien een steeds grotere bekendheid in het Westen.
Inhoudsopgave
Inhoud
Inleiding 4
1 Indiase filosofie: de Vedische traditie 9
2 De filosofie van Boeddha 20
3 Het Mahayanaboeddhisme: Nagarjuna 31
4 Hindoeïstische filosofie: Shankara 43
5 Chinese filosofie: Confucius en het confucianisme 54
6 Het taoïsme: Lao Zi en Zhuang Zi 65
7 Chinees boeddhisme: Chan 76
8 Japanse filosofie: het shintoïsme 88
9 Het zenboeddhisme: Dogen 99
10 Filosoferen tussen Oost en West: Libbrecht 110
Essay 122
Glossarium 124
Colofon 128
Comparatieve filosofie
Een handzaam model om de filosofische tradities van India, China en Japan met elkaar te vergelijken, biedt de comparatieve filosofie van de hedendaagse Vlaamse wijsgeer Ulrich Libbrecht. Zijn methode vormt dan ook de sluitsteen van deze cursus. Libbrechts model geeft niet alleen inzicht in de overeenkomsten en de verschillen tussen de verschillende oosterse stromingen, maar maakt tevens duidelijk hoe deze zich tot het westerse denken verhouden. Op die manier geeft zijn comparatieve filosofie handvatten om te bepalen welke inzichten uit het Oosten voor het Westen van waarde kunnen zijn. Dit inzicht kan echter alleen verworven worden via een grondige onderdompeling in de oosterse wijsbegeerte. Om het met de grote taoïstische wijsgeer Zhuang Zi te zeggen:
De weg ontstaat door hem te begaan!
Leeswijzer bij het cursusboek
Dit cursusboek is bedoeld ter voorbereiding van de colleges. Het dient als kennismaking, inspiratiebron en als naslagwerk. Het is raadzaam om voor aanvang van elk college het betreffende hoofdstuk aandachtig te lezen. U zult merken dat u daardoor beter beslagen ten ijs komt en de les beter kunt volgen. Om u kennis te laten maken met de wijze waarop filosofen zelf hun gedachten verwoorden, bevat elk hoofdstuk een tekstfragment van de daarin besproken filosoof. Wie zich uitgebreider in de stof wil verdiepen, vindt aan het eind van elk hoofdstuk een aantal aanbevolen titels. Daartoe behoren (voor zover mogelijk) vertalingen van oorspronkelijk werk en enkele inlei-
dende boeken over de behandelde filosoof en eventueel de stroming waartoe hij wordt gerekend. Achter in het cursusboek bevindt zich een glossarium dat de voornaamste begrippen uit de diverse hoofdstukken belicht. Vijf suggesties voor het bestuderen van dit lesboek Teksten over filosofie vragen veel aandacht en denkkracht. Dat komt omdat ze zowel eeuwenoude filosofische vraagstukken beschrijven als nieuwe visies op die vraagstukken. Ook kent filosofie een groot aantal vaktermen, die vaak per filosoof weer een iets andere betekenis hebben.
Hier vijf tips om teksten over filosofie beter te doorgronden.
- Wees geduldig. Verwacht niet dat de tekst na één keer lezen volkomen te begrijpen is. Reserveer voldoende tijd om de tekst zeker twee à drie keer te lezen.
- Vorm eerst een globaal beeld van het te lezen hoofdstuk: bekijk de titel, kopjes en tussenkopjes. Lees eventueel de inleiding of de kadertekst. Probeer te bedenken waar het hoofdstuk over gaat. Noteer eventuele vragen.
- Ga nu de tekst helemaal lezen en pak er een potlood bij. Onderstreep belangrijke zinnen en zet vraagtekens bij wat u niet begrijpt. Lees het hoofdstuk in elk geval uit, ook al begrijpt u nog niet alles wat er staat. Zijn er woorden die u niet kent? Veel filosofische termen staan in het glossarium achter in het lesboek. Maak ook gebruik van woordenboeken en encyclopedieën.
- Nog beter is het om per paragraaf een samenvatting te maken. Zo krijgt u grip op de stof. Veel lezers vinden het handig om een zogenaamde ‘mindmap’ te maken. Een mindmap is een visuele manier van aantekeningen maken. Met pijlen brengt u verbanden tussen begrippen en uitspraken aan, wat uw inzicht in de tekst vergroot en onthouden vergemakkelijkt.
- Bestudeer in een volgende leesronde actief de passages waar vraagtekens bij staan. Doordat u nu al kennis heeft van de rest van de tekst, krijgt u ook meer begrip voor de moeilijker tukken. Als u na deze ronde nog met vragen blijft zitten, aarzel dan niet om ze aan de docent te stellen.
Ga hier naar de volledige tekst van het cursusboek in pdf-formaat.