De drie filosofen – een schilderij van Giorgone (ong. 1506)
De drie filosofen is de titel van een schilderij toegeschreven aan de Renaissance-schilder Giorgione. Er zijn verschillende interpretaties over wat er op het doek wordt getoond. Eén interpretatie is dat het schilderij de chronologische overdracht toont van kennis van de Griekse filosofie, via Arabische vertalingen naar de westerse Renaissance. Een andere duiding is dat het schilderij de leeftijden of de groeifasen van de mens toont; van jeugd naar volwassenheid naar ouderdom. In dit artikel geven we een derde interpretatie, namelijk die van de drie graden van inwijding die we onder andere tegenkomen in de vrijmetselarij (bron: demystiekeschool.nl, overgenomen met toestemming).
De drie stappen van inwijding
Filosoof 1: Kijk naar binnen (psychologie, de materiële wereld)
Als je goed kijkt dan zie dat de drie filosofen elk op een ander niveau staat. De jongeman zit op de bovenste trap en hij kijkt (terug?) naar een grot. Hij kijkt richting het westen. De plek waar de zon ondergaat. De donkere grot kunnen we symbolisch zien als het onbewuste, of als de steengroeve uit de vrijmetselarij of het alchemistische VITRIOL (Visita interiora terrae, rectificando invenies occultum lapidem).
Opmerkelijk is dat de jongeman geen interesse heeft in de andere twee mannen. Hij is geheel gefixeerd op de grot. Hij draagt groene kleding. Groen staat symbolisch voor zowel wijsheid (die hij moet opdoen) als het aardse (waar hij afstand van moet nemen). In zijn handen heeft hij een winkelhaak; het instrument om een rechte hoek te meten (zijn moreel gedrag).
Door in zichzelf te keren tracht deze jonge filosoof te ontdekken wie hij werkelijk is. Hij dient ‘het licht te ontdekken dat schijnt in de duisternis’. Of zoals het verwoordt wordt in de allegorische beeldtaal van de vrijmetselarij probeert deze jongeman, door in zichzelf te keren, in de ruwe steen de zuivere kubiek te ontdekken. Hij is meer dan hij dacht. Zijn diepste innerlijke diepten zijn onbekend, maar ook zijn hoogste innerlijke hoogten.
Hij dient te leren om getrouw te zijn aan zichzelf. Maar daarvoor dient hij eerst te leren, en te ervaren, wie hij echt is. In het duister van zijn innerlijke grot dient hij te reizen langs de kronkelpaden van zijn ziel. Om al doende zichzelf te leren ontdekken en om tot de noodzakelijke inzichten te komen die hem in staat stellen om te groeien.
De jonge filosoof dient beetje bij beetje, worstelend en regelmatig vallend, afstand te nemen van zijn diepste diepte door zich te ontdoen van de scherpe kantjes van zijn persoonlijkheid. Al heeft hij alleen nog maar de intentie. Dat is in deze fase voldoende. Hij dient zich te richten naar boven en de weg hier naar toe te rechten. Ook hierbij is de intentie voldoende.
Filosoof 2: Kijk naar buiten (filosofie, de geestelijke wereld)
De ‘middelbare leeftijd’ man met het Arabische uiterlijk staat op het tweede niveau. Hij kijkt naar de derde persoon, hij heeft geen gereedschap. Hij luistert naar de wijze oude man. De man heeft zijn blik gewend naar het oosten, waar de zon opkomt, maar hij staat pas halverwege.
De blik van deze tweede filosoof naar zijn medemens geeft zijn plicht aan jegens zijn medemens. Met zijn verworven wijsheid dient hij zijn medemens tot steun te zijn. Door te geven wat hij bezit, tracht de tweede filosoof deze plicht na te komen. In deze fase dient de filosoof zijn taak in de wereld te verrichten met voorbijzien van zichzelf, daarbij zijn liefde tot de medemens tot ontplooiing brengend. Hierdoor zal hij tweedracht, vooroordeel en achterdocht teniet doen gaan.
De tweede filosoof is gekleed in een rode jas. Rood staat voor de eindfase van het alchemistische proces. Het geeft aan dat hij door innerlijke purificatie schoon ‘gebrand’ is om de laatste fase in te gaan.
Filosoof 3: Kijk naar boven (theosofie, de goddelijke wereld)
De derde filosoof, die de gouden jas van de filosoof-koning draagt, heeft in zijn hand een passer. Hiermee kan hij de reikwijdte van de hemel meten, zoals te zien is op de maan die afgebeeld staat op het papier dat hij in zijn handen houdt. Hij heeft het hoogste niveau bereikt, maar daardoor staat hij op het laagste niveau.
De derde filosoof is gericht op het Hogere. Zijn plicht is het om zich te onderwerpen aan het harmonische goddelijke plan en deze te helpen uit te voeren, in zowel zijn innerlijke wereld als de uiterlijke wereld. Want als hoogste filosoof weet hij dat deze twee werelden hetzelfde zijn. Hij weet dat het licht schijnt in de duisternis. En daarom is hij bereid om het hoogste offer te brengen waartoe de mens in staat is. Terugkerend uit het oosten, kijkt hij weer naar het westen. Wetend dat dit de wereld waar hij het licht, opgedaan in het oosten, naar toe dient te brengen.
Lees hier in andere woorden, in het Engels, nog wat meer over het schilderij:
Hieronder gaat u naar een videofragment met een beeldende uitleg van de Kahn Academy (ook in het Engels).
Hieronder. Michael Barry, the Patti Cadby Birch Consultative Chairman, Department of Islamic Art, MMA, presents this examination of the mysterious central figure in one of the most enigmatic paintings of the Italian Renaissance, Giorgiones “Three Philosophers” (Venice, 1504). The discussion of this work, which is now in the Kunsthistoriches Museum in Vienna, sheds light on the role that Islam and Islamic philosophy played in late medieval and early Renaissance European perceptions.