Hoogleraar Ahmet Kuru: ‘Moslims in het Westen kunnen wederzijds begrip echt mogelijk maken’
Interview Trouw – Nuri Kurnaz, 23 januari 2022
Moslims in het Westen kunnen veel betekenen, zegt de Amerikaanse hoogleraar Ahmet T. Kuru. Als ze vrij denken, kunnen ze de islamitische wereld in de vaart der volkeren opstuwen, denkt hij, én de relaties met het Westen verbeteren.
Op de kaft van zijn boek staan drie filosofen: een moslimfilosoof, een filosoof uit de klassieke oudheid, en een filosoof uit de renaissance. Het is een schilderij van de Venetiaanse kunstenaar Giorgione. Ahmet T. Kuru, hoogleraar politicologie aan de San Diego State University, wijst het aan op een exemplaar van zijn boek dat hij omhoog houdt voor het oog van de webcam.
In zijn boek Islam authoritarianism and underdevelopment begint alles met de figuren van dat schilderij, legt hij uit. “Dit beeld past mooi bij de inhoud.”
Moslims die ruim denken
Een van de punten die Kuru maakt in zijn boek is dat vroege moslims veel leerden ván de klassieke oudheid en veel leerden áán West-Europa. “Vroege moslims hadden zelfvertrouwen, dus stonden ze open om van andere culturen te leren. De moslims van vandaag zouden weer dat zelfvertrouwen en die ruimdenkendheid moeten hebben.”
Het boek, dat in 2019 verscheen, is bekroond door de American Political Science Association in de categorie ‘internationale geschiedenis en politiek’. Sinds de machtsovername van de Taliban in Afghanistan staat het boek opnieuw in de internationale aandacht.
Van de vijftig landen met een moslimmeerderheid, analyseerde Kuru, zijn er slechts zeven een democratie. De islamitische landen scoren op sociaal-economisch gebied en ontwikkelingsgraad over het algemeen lager dan het wereldgemiddelde. “Autoritarisme en onderontwikkeling zorgen bovendien in veel van die landen voor een vicieuze cirkel.”
Kuru denkt dat dat komt door een alliantie tussen de staat en wetenschappers in die landen. Maar die vicieuze cirkel is te doorbreken, denkt hij, met hulp van intellectuele bijdragen van vrijdenkende moslims in het Westen.
Is de islam onverenigbaar met democratie en vooruitgang?
“Die vraag wordt raadselachtig wanneer we kijken naar wetenschappelijke en economische successen van islamitische samenlevingen tussen de 8ste en 11de eeuw. Die samenlevingen brachten ’s werelds beste filosofen voort en hadden gigantische bibliotheken in grote kosmopolitische steden. Wie nu de islam de schuld geeft van het hedendaagse autoritarisme, negeert het feit dat die religie vierhonderd jaar lang juist geheel verenigbaar was met wetenschappelijke en economische vooruitgang. Die briljante geschiedenis laat zien dat je de islam niet simpelweg als oorzaak van de problemen kunt aanwijzen. Bovendien is de islamitische wereld divers. Er zijn ook democratieën.”
Wat verklaart dan de stagnatie en huidige situatie in heel veel moslimlanden?
“Veel moslims geven westers kolonialisme de schuld. Militaire interventies, oorlogsleed en economische uitbuiting in de regio veroorzaakt door westerse machten. Dat is bijna tegenovergesteld aan het standpunt van mensen die de islam juist als schuldige aanwijzen. Ik denk dat beide beschuldigingen misleidend zijn. Toen in de 17de en 18de eeuw het westers kolonialisme in de islamitische wereld begon, kampten moslimsamenlevingen al met filosofische en economische stagnatie. De islamitische rijken van destijds waren alleen nog op militair gebied ontwikkeld. Ze verkeerden in economische en wetenschappelijke stagnatie, mede door het ontbreken van de boekdrukkunst.”
Dus het Europees kolonialisme heeft er niets mee te maken?
“Postkoloniale samenlevingen in Azië en Latijns-Amerika laten economische vooruitgang en democratisering zien. Dat betekent dat gekoloniseerd zijn er niet automatisch voor zorgt dat democratisering en ontwikkeling onmogelijk is. Tegelijkertijd moeten de moslims evenmin de schuld bij het Westen leggen. Want dat leidt af van de focus op harde hedendaagse problemen in de binnenlandse politiek, de instituties en de ideeënwereld van moslimlanden.
“Ja, westerse interventies waren nadelig en schadelijk voor de ontwikkeling van democratische instituties door de zware last van economische uitbuiting. Maar, aan de andere kant was westerse impact niet altijd negatief. Kijk bijvoorbeeld naar Turkije. Geïnspireerd door het Westen werd daar in 1877 het eerste parlement in een islamitisch land gesticht. Ook het toetredingsproces van Turkije tot de Europese Unie bracht positieve democratisering. Westerse invloed is niet altijd negatief.”
Pleit u dan voor een westers type secularisme voor de islamitische wereld?
“In mijn boek leg ik uit dat de belangrijkste reden voor problemen in de moslimwereld de alliantie tussen islamitische wetenschappers en de staat is. Deze alliantie bestond niet tijdens de wetenschappelijke en economische gouden tijd van de moslims: ze ontstond pas na de 11de eeuw. En dat leidde geleidelijk aan tot stagnatie. Daarom pleit ik nu voor een hernieuwde scheiding tussen islamitische wetenschappers en de staat.
“Om twee redenen is dat iets anders dan pleiten voor een westers type secularisme. Ten eerste is er niet één westerse versie van het secularisme. Er zijn verschillende soorten secularisme in het Westen, zoals de Amerikaanse en Franse. Ten tweede kunnen moslims zo’n nieuwe scheiding tussen religie en staat optuigen door inspiratie op te doen uit hun eigen ‘gouden eeuw’. In die periode – tussen de 8ste en de 11de eeuw dus – was er scheiding tussen religie, politiek, economie en wetenschap. Die scheiding was te danken aan islamitische geleerden, oelama geheten. Zij weigerden in dienst van de staat te treden en opereerden onafhankelijk. Zij schiepen zelf die afstand tussen henzelf en de staat. Maar helaas is van die scheiding niets meer overgebleven na de 11de eeuw, toen de neergang gestaag begon. Ik pleit voor die historische scheiding van levenssferen in moslimsamenlevingen.”
Hoe zijn die sferen zo in elkaar vervlochten geraakt?
“Dat is een historisch proces geweest dat in de 11de eeuw begon. Er bestaat een hardnekkig cliché, gedeeld door islamisten én islamofoben, dat er in de islam geen mogelijkheid is voor scheiding tussen religie en staat. Maar die scheiding is er dus wel geweest. Er was een geestelijke klasse, los van de staat. Het is een heel lang verhaal in het kort: maar terwijl in Europa de scheiding tussen kerk en staat werd geïnstitutionaliseerd, maakte de islamitische wereld een omgekeerd proces mee, en ontstond er een alliantie tussen wetenschappers en de staat. De geestelijke klasse was economisch onafhankelijk, maar raakte zowel economisch als ideologisch steeds meer verbonden aan de staat. En die klasse werd orthodoxer. Die oelama-staat-alliantie, zoals ik het noem, heeft onafhankelijke denkers en handelaren gemarginaliseerd. En dat heeft tot op de dag van vandaag geleid tot intellectuele en economische stagnatie.”
Is kritiek op die alliantie mogelijk?
“Dat is de uitdaging voor kritische mensen zoals ik. Hoewel ik belijdend moslim ben, krijg ik het stempel ‘oriëntalist’ of ‘islamofoob’. Ik heb geen probleem met de islam, ik probeer een kritische analyse te maken van instituties, machtsrelaties en verschillende interpretaties. En dat is zeker mogelijk, de Europese geschiedenis leert dat het kan. Kijk naar de boekdrukkunst, de renaissance, de verlichting en naar vrijdenkers als Descartes en Spinoza in het geletterde Nederland. Zij droegen bij aan het fundament van Europese ontwikkeling.
“Moslims zouden dat artistieke, wetenschappelijke en educatieve van Europa moeten kopiëren en verder moeten kijken dan de militaire exploitatie. De vicieuze cirkel, die vroeger ook in Europa bestond, is te doorbreken als moslims de juiste inspiratie en creativiteit uit de geschiedenis weten te halen en een onafhankelijke intellectuele klasse creëren.”
Hoe waarschijnlijk is zo’n onafhankelijke intellectuele klasse onder autoritaire regimes?
“Onwaarschijnlijk. Maar moslims hebben intellectuelen nodig die hen kunnen leiden in de wetenschap en religie. De moslims in westerse democratieën zouden daarvoor een kweekvijver kunnen zijn. Intellectueel kunnen ze impact hebben, maar daarvoor moeten ze productief en onafhankelijk zijn, en niet ook zelf worden beïnvloed door buitenlandse overheden of organisaties. Ze moeten een kritische en analytische blik ontwikkelen en niet vanuit etnisch-nationalistische reflexen hun herkomstlanden papegaaien.”
Kunnen moslims in het Westen de anti-westerse houding in het islamitische Oosten veranderen?
“Twintig jaar na 9/11 hebben we een dubbel probleem: een anti-westerse houding in het Oosten en islamofobie in het Westen. Moslims in het Westen kunnen daar het beste antwoord op vinden, omdat zij beide contexten goed kennen. Met hun ervaringen in beide werelden kunnen ze wederzijds begrip echt mogelijk maken. Ze kunnen laten zien dat vooroordelen over moslims niet kloppen en dat het Westen meer is dan militair verderf.
“Er is veel om te leren van het Westen en moslims zouden daar ontspannen mee om moeten gaan: ook zij hebben bijgedragen aan de totstandkoming van westerse vooruitgang met hun civilisatie en aanvullingen tijdens de transitie van de oude Griekse filosofie naar Europa. Ook wij moslims hebben bijgedragen aan de Europese beschaving en we mogen trots zijn op die rol in de geschiedenis.”
Is dat ook de reden waarom u verschillende periodes en beschavingen bestudeert?
“Ik ben gespecialiseerd in de vergelijkende politicologie. Wanneer ik vergelijkingen maak zie ik naast duidelijke verschillen ook veel overeenkomsten tussen westerse en islamitische samenlevingen. Het idee van botsende beschavingen is te militaristisch. In plaats daarvan moeten we de overeenkomsten benadrukken, hoe ze van elkaar kunnen leren en hoe overlappende identiteiten bestaan. Mijn kinderen zijn Turks-Amerikaans, ze zijn moslim en Amerikaans. Ik wil dat ze de positieve aspecten zien van beide culturen en ook kritisch kunnen zijn op beide culturen, waar ze zelf met hun bestaan een vertegenwoordiger van zijn.”