“Intieme vreemden” is het thema van de maand van de filosofie april 2022. Lees hier maar. In dat kader schreef ik deze column voor het Vriendenmagazine ISVW.
Daar komen intieme vreemden van!
over moslims, joden en christenen in al-Andalus – de zgn. conviviencia
De periode van al-Andalus (711-1492) kenmerkt zich door het naast elkaar bestaan van de drie Abrahamistische geloven. Vanuit een Romeins-christelijke belevingswereld accepteerde de bewoners van het Iberisch schiereiland rond 711 al heel snel hun “Moorse overheersers”. Daar was niet veel voor nodig. En die Arabische nieuwe heersers wilden best samenleven met de andere geloofsgroepen. Dat waren immers ook “mensen van het boek”. Intieme vreemden dus.
Er ontstond een zgn. conviviencia. Die overigens niet geïdealiseerd mag worden, zoals veel recent (laatste 30 jaar) onderzoek betoogt.
In Moors Spanje, onder de dynastie der Umayyaden (8ste tot 10de eeuw), bekleedden christenen en joden in de hoogste regionen aan het hof posities van belangrijke bestuurders en adviseurs van de Umayyadenvorsten.
Interreligieuze huwelijken met kinderen kwamen veel voor. Hoge posities van joden en christenen aan de Arabische hoven kwamen ook veel voor. Intieme vreemden? Daar zit wat in.
De suggestie van interculturele liefde zit in de taalwisselingen.
De dichter bezingt zijn geliefde in het klassiek Arabisch. Zijn geliefde antwoordt hem in de Romaanse volkstaal, de taal van de christenen. Alleen wanneer zij haar geliefde direct aanspreekt, gebruikt ze het Arabisch woord voor ‘mijn lief’, habibi.
De sjerpgedichten uit Spanje met hun Romaanse slotregels zouden we dan ook als getuigenissen kunnen zien van een bloeiende en goed functionerende multiculturele samenleving. Noem het intimiteit.
Maar dan toch ook … die vervreemding …
Tegenover elk voorbeeld van integratie, religieuze verdraagzaamheid en interreligieuze samenwerking kunnen we er een van intolerantie en gewelddadige botsing plaatsen. Zo is het Spanje van de interreligieuze liefde in de sjerpgedichten óók het Spanje van de voortschrijdende reconquista en de daarbij horende oorlogsretoriek. En in dezelfde tijd dat in het door christenen heroverde Toledo joodse en christelijke vertalers zij aan zij medische, wiskundige, astronomische en filosofische teksten vanuit het Arabisch in het Latijn vertaalden, dwongen de Almohaden, een Noord-Afrikaanse Berberdynastie die vanaf het midden van de 12de eeuw over Moors Spanje heerste, joden en christenen tot bekering. Córdoba was in het midden van de 9e eeuw ook het decor van een reeks gruwelijke terechtstellingen. Christenen, onder wie overigens veel kinderen uit interreligieuze huwelijken, werden geëxecuteerd omdat ze publiekelijk de profeet Mohammed hadden beledigd. Zij zijn bekend geworden als de martelaren van Córdoba en fungeerden lange tijd in de Spaanse geschiedschrijving als de eerste Spaanse nationalisten die in verzet kwamen tegen de vreemde, islamitische, overheersing.
De inquisitie die in 1478 per pauselijk decreet werd ingesteld in het Spanje van Isabella en Ferdinand, vormde hiervan de gruwelijkste uitwas. En de krachtigste vervreemding.
Uiteindelijk vinden we echter in heel christelijk Spanje een verharding jegens alle “niet christenen” (ketters, joden en moslims).
De inquisitie die in 1478 per pauselijk decreet werd ingesteld in het Spanje van Isabella en Ferdinand, vormde hiervan de gruwelijkste uitwas. En de krachtigste vervreemding.
Bronnen:
A. Schippers, De vrouw in de literaturen van het middeleeuwse Spanje: een intercultureel perspectief. In W. Shadid, & P. S. Koningsveld (editors), Religie, cultuur en minderheden, 1999 (blz. 115-126)(als PDF)
Maaike van Berkel, Convivencia of Reconquista? Joden, christenen en moslims in middeleeuws Spanje, Geschiedenis Magazine 2008 nr 3 (als PDF)
Luk Corluy, Al-Andalus 711-1492. Acht eeuwen godsdienststrijd in Spanje, Sterck en De Vreese, 2e druk 2020 (470 blz).