In 711 kwamen de Moren via de straat van Gibraltar Spanje binnen en verspreidden zich in korte tijd over heel Spanje. Eeuwenlang heersten ze over het Iberisch Schiereiland met verschillende overheersers en verschillende volken.
- Al-Andalus
- La Alhambra in Granada
- La Mezquita in Córdoba
- Mudejar stijl
- Sevilla
- Moorse wijken
- het Kalifaat van Córdoba
- Wetenschap
- Landbouw
- De taal
- Namen van steden en dorpen
- Invloeden van het Arabisch op het Castiliaans
- Asesino
- Gastronomie
- Muziek
Al-Andalus
De Moren zouden op het hoogtepunt van hun heerschappij zelfs in Zuid-Frankrijk zijn geweest. Ze noemden het gebied Al-Andalus, Arabisch voor ‘die God zal beschermen’. In het begin vormde Al-Andalus een provincie van het kalifaat van Damascus. Later werd het zelfstandig en in 912 riep Abd al-Ráhman III zich uit tot kalief van het Kalifaat van Córdoba. Córdoba werd daarmee hoofdstad van Spanje.
Langzaamaan verplaatste het culturele, artistieke, economische en wetenschappelijke centrum van de wereld van Bagdad in het huidige Irak naar Córdoba. Door interne rivaliteit viel het kalifaat honderd jaar later uiteen in 23 kleine rijken waarvan uiteindelijk het Rijk van Granada in 1229 overeind bleef. Tot 1492 zou dit nog het enige islamitische gedeelte in Spanje blijven.
La Alhambra in Granada
De Moorse overheersing bestond dus niet uit één lange periode, maar omvatte meerder heersers en volken en ook verschillende gebieden. Dit had ook invloed op de bouwstijlen, iets wat nu nog goed terug is te zien. La Alhambra in Granada staat bekend als het meesterwerk uit de Moorse architectuur. La Alhambra is gebouwd onder de Nasriden ten tijde van het Rijk van Granada. Het is een bijzonder paleis vanwege de verfijnde architectuur en bijzondere kunstschatten.
La Mezquita in Córdoba
Een andere hoogtepunt van de islamitische bouwkunst in Spanje is La Mezquita, de Kathedraal van Córdoba. De Mezquita is gebouwd in 756-788 en is later uitgebreid. Het was ten tijde van het Kalifaat van Cordoba de grootste moskee in Europa en de tweede grootste na Mekka van de wereld. Het had een capaciteit voor twintigduizend man. Na de christelijke overwinning in 1236 werd de Mezquita uitgebreid en gedeeltelijk aangepast zodat het als kerk kon dienen. Midden in de moskee werd een kathedraal gebouwd. Tegenwoordig zijn nog goed de christelijke en islamitische invloeden terug te vinden.
Mudejar stijl
Uiteindelijk ontstond er een apart soort stroming in de Spaanse architectuur: de mudejarstijl, een bouwstijl die invloeden uit zowel de islamitische als de christelijke architectuur combineerden. Deze stijl is zelfs terug te vinden in enkele gebouwen in Zuid-Amerika.
Sevilla
Omdat de Moorse overheersing in het zuiden van Spanje veel langer heeft geduurd dan in het noorden is het niet verwonderlijk dat er in het zuiden veel meer terug te vinden is van de islamitische bouwkunst. Alleen al in bijvoorbeeld Sevilla vind je een groot aantal Moorse bouwwerken: La Giralda, de minaret van de kathedraal, Het Alcázar, een Moors paleis en La Torre de Oro (Gouden toren). Deze toren maakte vroeger deel uit van Moorse stadswallen die de stad moesten beschermen van aanvallen vanaf de rivier Quadalquivir. Maar zelfs in het noorden van Spanje zijn Moorse bouwwerken bewaard gebleven: het Aljafería in Zaragoza is daar een prachtig voorbeeld van.
Moorse wijken
In enkele steden in voornamelijk Andalusië zijn nog hele authentieke Moorse wijken terug te vinden. Een goed voorbeeld hiervan is het Albaícin in Granada. Het is een waar doolhof van smalle straatjes en je waant je echt terug in de tijd. De algehele opzet van een centraal plein met een doolhof aan kleine, smalle straatjes eromheen is sowieso een overblijfsel van de Moren. De markt vond altijd plaats op het centrale plein. De typische huizen in Andalusië met een binnenplaats en enorm dikke muren zijn ook van Moorse oorsprong en een overblijfsel uit die tijd.
Het Kalifaat van Córdoba
De architectuur is het meest zichtbare, maar zeker niet het enige wat de Moren in Spanje hebben achtergelaten. De islamitische overheersers waren veelal afkomstig uit de regio van het huidige Syrië, Irak en Egypte. Toentertijd was dit het centrum van de beschaving en de mensen afkomstig uit die regio waren zeer ontwikkeld en geïnteresseerd in de klassieke werken van de oude Grieken. Zij namen deze kennis mee naar Al-Andalus, en introduceerden daarmee de werken van de oude Grieken opnieuw in Spanje en Europa. De kennis hiervan was in het Europa van de Middeleeuwen in de vergetelheid geraakt.
Wetenschap
Tijdens het Kalifaat van Cordoba werden er veel bibliotheken, universiteiten en studiecentra gesticht. De Moren bliezen de wetenschap nieuw leven in, waren enorm geïnteresseerd in astrologie, wiskunde en medische wetenschap. Veel materialen en apparaten om naar de sterren te kijken en rekenmaterialen zijn uitgevonden in die tijd.
Landbouw
Daarnaast namen de Moren veel kennis mee over landbouw. Ze introduceerden in Spanje veel nieuwe landbouwtechnieken, mijnbouw en nieuwe gewassen. Ook introduceerden ze terrassen tegen een helling waarop ze gewassen verbouwden, iets wat tot die tijd niet gedaan werd. Verder borduurden ze voort op de bestaande irrigatietechnieken van de Romeinen en ontwikkelden deze verder en breidden ze uit. Zo bouwden ze een heel irrigatiesysteem vanuit de Sierra Nevada tot aan Córdoba. Ook herstelden ze en onderhielden ze de oude Romeinse wegen.
De taal
Met de komst van de Moren in Al-Andalus, kwam er ook een nieuwe taal: het Arabisch. Toen de Moren Spanje binnenvielen werd er het Vulgair Latijn gesproken. Binnen korte tijd werd het Arabisch een taal van hoog aanzien en de officiële taal voor de geleerden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel invloeden van het Arabisch in het hedendaagse Spaans zijn terug te vinden. Daarnaast zijn er ook veel nieuwe woorden toegevoegd aan het Vulgair Latijn. Dit kwam omdat het ontwikkelingsniveau van de Moren superieur was aan dat van de Christenen. Daardoor waren er veel woorden helemaal niet bekend in het Latijn. Voorbeelden zijn bepaalde technische termen of namen voor eten. Een aantal concrete voorbeelden zijn alcalde (burgemeester) of albacea (executeur-testamentair), almacén (pakhuis), quilate (karaat), albañil (metselaar), albéitar (veearts). Ook in de landbouw zijn er door de Moren veel termen bijgekomen: alcachofa (artisjok), albaricoque (abrikoos), alberca (waterreservoir), acequia (waterleiding).
Namen van steden en dorpen
Daarnaast kun je in veel namen van steden, dorpen, gebieden en rivieren de Moorse invloeden terugvinden. Hierbij een aantal voorbeelden.
Alcalá, komt van het Arabische woord al-qala’a en betekent kasteel.
Algeciras, komt van Al jazeera Al Khadra en betekent het groene eiland
Almería, is afgeleid van Al Meraya en betekent uitkijktoren
Guadalajara is afgeleid van Wādī al-Ḥijārah en betekent letterlijk rivier van stenen
Guadalquivir is afgeleid van Al-wādĩ al-kabir en betekent de grote rivier
La Mancha, afkomstig van het Arabische woord la’a Ma-anxa wat zonder water betekent.
Invloeden van het Arabisch op het Castiliaans
In totaal is het Spaans ongeveer rijk aan 4000 woorden afkomstig uit het Arabisch. (Bijna al woorden die beginnen met ‘al’). Het merendeel zijn zelfstandig naamwoorden en plaatsnamen, een aantal bijvoeglijk naamwoorden en werkwoorden en slechts één voorzetsel: hasta (tot/pas). Een aantal bekende woorden zijn azucár (suiker) afkomstig van het klassiek Arabische woord sukkar, of tarea wat van het Arabische woord tariha afkomstig is.
Asesino
Het Spaanse woord asesino (moordenaar) heeft een originele achtergrond. Er wordt gezegd dat dit afkomstig is van een Arabisch woord wat ‘verslaafd aan hasj’ betekende. Tijdens de kruistochten bestond er een islamitische sekte die erg gevreesd werd door de Christenen. Volgens de legende pleegde deze sekte gedrogeerd door hasj moorden in naam van Allah. Deze sekte werd uiteindelijk “Hashsh AshIn” genoemd, ‘diegene die hasj gebruiken’. Later is dit in het Engels ‘assassin’ geworden en zo weer naar het huidige Spaanse woord asesino verbasterd.
Gastronomie
Zoals al reeds vermeld, introduceerden de Moren nieuwe gewassen, in werkelijkheid was het meer dan dat. Ze brachten een compleet nieuwe keuken mee. De Moren brachten fruit en groente mee die tot dat moment onbekend waren in Spanje: o.a. limoenen, kikkererwten en aubergines. Ook introduceerden ze suiker, wat een revolutie in taartjes, en toetjes ontketenden. Verder waren gehaktballen en veel kruiden onbekend zoals kaneel, saffraan, sesamzaad, anijs en komijn.
Muziek
Tot slot is het vermelden waard dat het de Moren waren die de gitaar introduceerde in Spanje. El Flamenco, de bekende muziek uit Andalusië, heeft veel Moorse invloeden. De pagina waar u vandaan kwam gaat hier verder met Andalusië en die flamenco.
Bron: inSpanje.nl (Eveline Schenk), november 2016