De invloed van de Moorse cultuur is in de Alpujarras nog steeds duidelijk te herkennen in de landbouw, de architectuur, de lokale keuken, de tapijtweverijen en de verschillende Arabische plaatsnamen (die bijvoorbeeld beginnen met “al” – zoals Alcolea, Almócita, Alboloduy en Almeria zelf). Over Almeria zelf: Abd-ar-Rahman III stichtte het Alcazaba (de Citadel), die Almeria zijn naam heeft gegeven: Al-Mari’yah (المريّة, de uitkijk toren). In de 10e en 11e eeuw was het onderdeel van het kalifaat van Córdoba. Een welvarende stad vanwege de handel en de textiel industrie, met name zijde. de stad leed onder vele aanvallen en viel onder christelijke overheersing 1489. In 1522 werd Almería verwoest door een aardbeving. De nummers 5 en 6 hieronder gaan over al die Moorse invloeden.
- Het Moorse verleden van de Alpujarras
- Opstanden in de Alpujarras (1499-1501 en 1568–1571)
- Belangrijkste centra van de Morisco Revolt
- Het jaar 2018 – de herdenkingen aan 450 jaar geleden van de Morisco-opstand
- De onderschatte erfenis van de Arabieren in Al-Andalus (meerSpanje.nl, oktober 2012)
- De bijzondere nalatenschap van de Moren in Spanje (inSpanje.nl, november 2016)
- Meer nog dan Arabisch en Moors – neem nou Ziryâb (Bagdad circa 789-Córdoba 857)
- Duende (Ivo Hermans, 2011)
- Kunst en Architectuur in Andalusië (Brigitte Hintzen-Bohlen, 2017)
- Een geschiedenis van moslims in Spanje (Peter van den Burg, 2017)
Het Moorse verleden van de Alpujarras
De Moorse architectuur van de woningen is typisch voor de Alpujarras en wordt gekenmerkt door een kubieke stijl die doet denken aan de Berberse architectuur van Marokko. Tegen de hellingen liggen in totaal wel 50 kleine bergdorpen, ooit bewoond door de Moorse bewoners van al-Andalus. Tegen 1250 had de herovering van Spanje door de katholieke machten alleen het emiraat Granada in het zuiden van Spanje achtergelaten. In 1492 viel de stad Granada ten prooi aan de ‘katholieke vorsten’ – Ferdinand II van Aragón en Isabella I van Castilië – en onder de voorwaarden van capitulatie kwam de hele regio met een meerderheid van de moslims onder christelijke heerschappij te staan. Deze mensen, die nadat Granada in 1492 was ingenomen door de Katholieke Koningen, weigerden zich te bekeren tot het katholicisme, trokken zich terug in dit ontoegankelijke gebied. De laatste koning Boabdil (el Rey Chico – de kleine koning – paleis(je) in Fuente Victoria, halverwege Laujar de Andarax en Fondón) keek nog een keer om naar zijn geliefde Granada en slaakte “De laatste zucht van de Moor“. Uiteindelijk vielen ook de Moren in de Alpujarras ten prooi aan de bekeringsdrift van de nieuwe overheersers. Dat ging niet zonder slag of stoot.
Opstanden in de Alpujarras (1499-1501 en 1568–1571)
De opstand van de Alpujarras van 1568-1571, soms de Slag in de Alpujarras of de Morisco Opstand genoemd, was de tweede dergelijke opstand tegen de Castiliaanse Kroon in deze bergachtige regio. De rebellen waren Moriscos, de nominaal katholieke afstammelingen van de Mudéjares (moslims onder Castiliaanse heerschappij) na de eerste opstand van de Alpujarras (1499-1501). Dat was eigenlijk een reeks opstanden door de moslimbevolking van het Koninkrijk Granada tegen hun katholieke heersers. Ze begonnen in 1499 in de stad Granada in reactie op massale gedwongen bekering van de moslimbevolking tot het katholieke geloof, die werden gezien als schendingen van het Verdrag van Granada (1491). De opstand in de stad stierf snel uit, maar werd gevolgd door serieuzere opstanden in het nabijgelegen bergachtige gebied van de Alpujarras. De katholieke troepen, soms persoonlijk geleid door koning Ferdinand, slaagden erin de opstanden te onderdrukken en eisten zware straffen voor de moslimbevolking.
Belangrijkste centra van de Morisco Revolt
(bron afbeelding en deel tekst: wikipedia.nl)
De moslims onder christelijke heerschappij (tot dan toe bekend als Mudejares) waren toen verplicht om zich te bekeren tot het christendom en een nominaal katholieke bevolking te worden die bekend staat als “Moriscos“.
Ontevredenheid onder de nieuwe “Moriscos” leidde tot een tweede rebellie, geleid door een Morisco bekend als Aben Humeya, beginnend in december 1568 en duurde tot maart 1571. Dit gewelddadige conflict vond voornamelijk plaats in de bergachtige regio Alpujarra, op de zuidelijke hellingen van de Sierra Nevada, tussen de stad Granada en de Middellandse Zee en is vaak bekend als de oorlog van de Alpujarras. Het merendeel van de Morisco-bevolking werd vervolgens uit het koninkrijk Granada verdreven en verspreid door het koninkrijk Castille (moderne Castilla, Extremadura en Andalusië). Omdat dit veel kleinere nederzettingen in Granada bijna leeg liet, werden katholieke kolonisten uit andere delen van het land binnengebracht om hen opnieuw te bevolken.
Het jaar 2018 – de herdenkingen aan 450 jaar geleden van de Morisco-opstand
Als we het over De Opstand hebben, die in 1568 begon, waar denkt u dan aan? Het is maar een vraag. “De Opstand (1568-1648) blijft fascinerende geschiedenis” voor Nederlanders en Belgen.
Opmerkelijk is het wel. De Nederlandse opstand tegen de Spanjaarden (door ons vaak “oorlog” genoemd, die 80 jaar zou gaan duren) en de opstand van de Moren tegen de Spanjaarden, die ook in 1568 begon, maar veel korter duurde.
Overigens: de repressieve maatregelen tegen de moslims volgden elkaar daarna snel op, tot in 1609 besloten werd alle overgebleven morisken uit Spanje te verwijderen. In de periode 1609 – 1614 werden er 330.000 van hen, dat was 3 % van de bevolking, gedeporteerd naar onder meer Noord-Afrika. Dat gebeurde niet vanuit de Alpujarras, maar vanuit Zuid-Aragon (omgeving Valencia) en vanuit de Ricote vallei, die ook wel bekend staat als de Valle Morisco (omgeving Murcia/Costa cálida)). Miguel de Cervantes Saavedra schreef uitgebreid over deze Morenvallei middels de figuur van “El Morisco Ricote”. Veel auteurs dachten dat “El Morisco Ricote” uit Esquivias (Toledo) of uit de provincie Albacete kwam, maar Govert Westerveld, de officiële kroniekschrijver van de gemeente Blanca, toonde aan dat hij uit de Ricote-vallei kwam, hetgeen in 2010 door de Morisco expert prof. Francisco Marques Villanueva (Harvard University) bevestigd werd. Bronnen: Westerveld, Govert (2007). Miguel de Cervantes Saavedra, Ana Félix y el morisco Ricote del Valle de Ricote en “Don Quijote II” del año 1615. (hfst. 54, 55, 63, 64 y 65) ISBN 84-923151-5-6, 384 bladzijden. Gewijd aan Professor Francisco Márquez Villanueva, Universiteit van Harvard – USA en Márquez Villanueva, Francisco (2010). Moros moriscos y turcos de Cervantes. Bellaterra, ISBN 978-84-7290-498-9.
Dit betekende niet het einde van de aanwezigheid van crypto-islam in Spanje en andere mediterrane landen. Arabische bronnen geven aan dat het nog tot in de 19e eeuw bleef bestaan – en het is niet uitgesloten dat die situatie ook nog in de 20e eeuw gold.
De onderschatte erfenis van de Arabieren in Al-Andalus (meerSpanje.nl, oktober 2012)
Het zijn niet alleen monumentale bouwwerken en bijdragen op het gebied van wetenschap en kunst, die de Arabieren na hun onvrijwillige vertrek in de vijftiende eeuw in Spanje achterlieten. Woorden als naranja, azafrán, arroz en azúcar, stammen uit het Arabisch en verwijzen naar producten die de Arabieren uit hun geboortelanden meenamen naar Spanje. Zonder hun belangrijke bijdrage aan de Spaanse cultuur, hadden sinaasappels, saffraan, rijst, suiker en vele andere tropische producten nooit op het Iberisch Schiereiland kunnen aarden. Gedurende de ruim acht eeuwen dat de Arabieren in Spanje vertoefden, wisten zij het Spaanse landschap met hun vernuftige irrigatiesystemen definitief te veranderen. Vanuit hun, veelal kurkdroge, moederlanden brachten ze de daar al eeuwen bekende technieken naar hun nieuwe thuis. Zo konden ze het hier eveneens schaars aanwezige water ook zo efficiënt mogelijk benutten. Lees hier verder.
De bijzondere nalatenschap van de Moren in Spanje (inSpanje.nl, november 2016)
In 711 kwamen de Moren via de straat van Gibraltar Spanje binnen en verspreidden zich in korte tijd over heel Spanje. Eeuwenlang heersten ze over het Iberisch Schiereiland met verschillende overheersers en verschillende volken. Er waren periodes van relatieve rust, waarbij de moslims, joden en christenen gebroederlijk naast elkaar leefden en periodes van fikse oorlogen en veldslagen. In 1492 namen de Katholieke Koningen het laatste Moorse bolwerk, het Rijk van Granada, in en werden de Moren en Moriscos (een Moslim bekeerd tot het Christendom) verdreven uit Spanje. Lees hier verder.
Meer nog dan Arabisch en Moors – neem nou Ziryâb (Bagdad circa 789 – Córdoba 857)
Ziryâb was de legendarische Koerdische zanger, die het Abassidische hof in Bagdad verliet en in 822 in Córdoba aan kwam. Daar bracht hij de rest van zijn leven de Andalusiërs bij hoe ze in stijl moesten leven.
Naast zijn prachtige stem nam Ziryâb de pracht en praal en verfijnheid van het Abbasidische hof naar Córdoba mee. Van hem wordt wel gezegd dat hij al-Andalus de negende eeuw in heeft gevoerd dankzij een heel scala aan modieuze vernieuwingen, waaronder tandpasta, gangen bij een maaltijd, asperges, bestek, tafellakens, haarstijlen, kleding en nieuwe muziekinstrumenten en -stijlen.
Duende (Ivo Hermans, 2011)
De titel van dit boek is ontleend aan een bijzonder fenomeen uit de wereld van flamenco. Duende leer je pas begrijpen als je het een paar keer gezien en meegemaakt hebt. Meestal ontstaat duende spontaan tijdens flamenco optredens op plaatsen waar je als doorsnee toerist of bezoeker niet zo gauw komt.
Een prachtig boek over Andalusië, flamenco en zigeuners is Duende van Ivo Hermans. Hij schreef het naar aanleiding van zijn ontmoetingen met de gitanos van Almería en Jerez de la Frontera. De sterke emoties in hun flamenco fascineerden hem en inspireerden hem tot het schrijven van dit boek. Hij beschrijft in de vorm van een reisverhaal achtergronden van het leven in Zuid-Spanje, ‘maar hij ontrafelt vooral de geschiedenis van deze passionele vorm van expressie in de meest zuivere vorm’.
Duende, de beheksing, vertelt de geschiedenis van de flamenco. Deze vreemde kunst als levenswijze leeft al enkele eeuwen in de Andalusische steden en dorpen. Het boek biedt een schets van de plaatsen en het milieu waar de zang, de gitaar en de dans het leven bepalen. Een vlotte verklaring van de stijlen en het jargon helpt de verkenner vooruit op nog onbetreden paden. Ook ervaren flamenco-aficionados zullen de merkwaardige verhalen genieten die de tekst illustreren.
Ivo Hermans studeerde kunstgeschiedenis en archeologie aan de Leuvense universiteit en werkte mee aan talrijke projecten rond de Spaanse cultuur Hij is de stichter van De koerier van Navarra, een informatieve kring rond traditionele Europese stadsmuziek met een belangrijk accent op flamenco. Toen hij in contact kwam met de gitanos van Almeria en Jerez, fascineerden hem de sterke emoties in hun flamenco. In de loop van de jaren negentig verzorgde hij voordrachten en workshops over die Andalusische kunst en levenswijze, Hij stelde daarbij vast dat het publiek steeds meer vragen had over de achtergronden, het milieu, de stijlen, de meesters en de “Duende”van flamenco.
Zo ontstond dit boek, dat tegemoetkomt aan de nieuwsgierigheid van hen die op verkenning gaan naar de weidse muzikale ritus uit Andalucia. In de vorm van een reisverhaal belicht belicht Ivo Hermans diverse aspecten van Zuid-Spanje, zoals de symboliek van het stierengevecht en de Semana Santa. Ook interessante gegevens over volgsgebruiken, wijn en eten komen aan bod. Maar voornamelijk ontrafelt de auteur de complexe wereld van de muziek, de zang en de dans. Hij schetst een traject waar die passionele expressie nog in zijn zuiverste vorm aanwezig is.
Kortom: een ideale aanvulling op de klassieke reisgidsen voor wie meer wil weten over de diepe ziel van het Spaanse Zuiden en een voorbereiding op de wetenschappelijke publicaties van de flamencologen.
Wannes Van de Velde: “Duende heeft alles in zich om uit te groeien tot een standaardwerk…”
Paul Van Nevel: “Duende getuigt van grondige kennis van de materie… Bevat historische achtergronden en pittoreske gegevens.”
Biblion recensie (drs. M.A. Vissers)
Reisverhaal waarin diverse aspecten van de rijke flamencotraditie (begonnen als lyrische voordracht, later aangevuld met gitaar en dans) in Andalusië belicht worden. Bekende figuren als de dichter Lorca en de gitarist Paco de Lucía passeren de revue. Ivo Hermans studeerde o.a. kunstgeschiedenis in Leuven en is een vurig pleitbezorger van de Spaanse cultuur.
Dit boek is een eerbetoon aan een in wezen a-commerciële kunstvorm. De bezielende, magische kracht van de zogenaamd ‘duende’ (de extase die de flamenco veroorzaakt: een combinatie van tranen en kippenvel) wordt tastbaar. Daarbij zijn de begeleidende foto’s van een hartverwarmende spontaniteit. Het boek vraagt om een brede lezerskring. Met afgewogen bibliografie en discografie, overzicht van de verschillende stijlen, een uitvoerige verklarende woordenlijst en een overzicht van relevante adressen in Nederland en België.
Deze paperback vormt een goede aanvulling op ‘Flamenco, een passie’, een tweetalige introductie van R. Cassiman (a.i. 92-39-034-X). Foto-omslag van een flamenco-zangeres met daarop in rood en oranje de titelgegevens. Met een voorwoord van zanger Wannes van de Velde.
De CD El Calor
Een goeie sfeer om Duende te lezen levert stil op de achtergrond de CD ‘El Calor’ van de Nederlandse flamencogitarist Maurice Leenaars. Juan Estrada, de manager van Paco de Lucía , noemt hem één van de zeldzame buitenlandse gitaristen met het juiste, breekbare klimaat van de Duende. Deze CD biedt in vrije interpretatie een optimaal muzikaal beeld van het boek. ISBN 978 90 9025210 0. Luister maar een stukje.
Kunst en architectuur in Andalusië (Brigitte Hintzen-Bohlen, 2017)
Andalus, De “Europese Oriënt”, is een smeltkroes van Moorse en christelijke culturen. Deze melange heeft zijn bijzondere stempel gedrukt op het Andalusische kunstlandschap: al eeuwen lang raken bezoekers in de ban van de moskee van Córdoba, het Alhambra in Granada of de kathedraal van Sevilla.
Brigitte Hintzen-Bohlen schreef een kunsthistorische reisgids die leuk is om te lezen en handig tegelijkertijd. Haar boek Kunst en Architectuur Andalusië beslaat 536 pagina´s en bevat complete beschrijvingen van alle belangrijke bezienswaardigheden, geïllustreerde stadsplattegronden en kaarten, biografieën van kunstenaars, talrijke essays en alles over de Andalusische architectuur. En natuurlijk is het geheel voorzien van fraaie plaatjes en foto´s.
NBD|Biblion recensie (drs. C.J.M. Schulte-van Wersch)
Andalusie in Zuid-Spanje bezit een rijk en fascinerend erfgoed dat is ontstaan uit een versmelting van de meest uiteenlopende culturen, o.a. antieke, Arabische en christelijke. Wereldberoemde monumenten als het Alhambra in Granada, de moskee in Cordoba en de kathedraal in Sevilla getuigen daarvan. Het boek is overzichtelijk ingedeeld. Na een zeer korte algemene inleiding komen, gerangschikt per provincie, de plaatsen aan bod waarvan de belangrijkste bezienswaardigheden kort zijn beschreven en afgebeeld en (waar nodig) voorzien van een eenvoudige plattegrond.
De beschrijvingen zijn vrij oppervlakkig. Meer en vaak boeiende cultuurhistorische achtergrondinformatie bieden de ‘tussenhoofdstukjes’ over speciale onderwerpen als: Moorse tuinen, tegels, schaakspel, Spaanse inquisitie, stierengevecht, Velazquez etc. De appendix bevat de geschiedenis in vogelvlucht, een uitgebreide verklarende woordenlijst, uitleg over de architectuur (met tekeningen), korte kunstenaarsbiografieen, een register en verdere literatuur. Deze smaakvolle en handzame gids biedt ondanks wat historische slordigheden en storende tik- en (ver)taalfouten een aardige eerste kennismaking.
Een geschiedenis van moslims in Spanje (Peter van den Burg)
Op 17 augustus 2017 vond in de Spaanse stad Barcelona een bloedige aanslag plaats door de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS), met als gevolg (aanvankelijk) dertien doden en vele (zwaar)gewonden. De aanslag past in het streven van de islamitische terreurorganisatie om in het kader van de stichting van hun kalifaat het oude kalifaat van Córdoba, dat bestond tussen 929 en 1031 en dat in de geschiedenis bekend is als het morenrijk, te herstellen.
En daarbij zal het niet blijven: het einddoel is, aldus IS, de verovering van het hele Iberisch Schiereiland om zo het moslimrijk van weleer daar uit te breiden over het huidige Spanje en Portugal. Dat rijk zou dan “Andalus” moeten heten – een passende naam gezien de geschiedenis van de moslims in Spanje. Lees hier het hele artikel op infonu.nl.