Het gebied van de Alpujarras bestaat hoofdzakelijk uit valleien die zich uitstrekken vanaf de toppen van de Sierra Nevada in het noorden tot aan de Sierras Almijara, Contraviesa en Gádor, die het gebied scheiden van de Middellandse Zee, in het zuiden. Het landschap wordt gekenmerkt door vruchtbare dalen en indrukwekkende bergen in een rustige en authentieke omgeving.
Vanwege het constante smeltwater is er ook op hoge hoogte sprake van een groen landschap. Dit bijzondere gebied, rijk aan flora en fauna is interessant voor wandelaars maar ook voor vogelliefhebbers. De hoge Alpujarras (Alpujarras Altas) bestaan hoofdzakelijk uit bergruggen en dalen, die haaks op de hoofdas van de Sierra Nevada liggen. In dit gebied zijn de hoogste pieken Pico Veleta en Mulhacen meestal goed zichtbaar. Hier ligt ook het hoogstgelegen dorp van Spanje Trevélez.
De belangrijke rivieren in dit gebied zijn de rio Guadalfeo (in het Granadiense deel) en de rio Andarax (in het Almeriense deel). Zij stromen tussen de hoge en de lage Alpujarras. In het dal bevinden zich de cortijos (boerderijen). De zuidelijke Alpujarras lopen over in het kustgebergte, de Sierra de Contraviesa. Hier vindt u kleine witte dorpjes en vele wijn-, amandel- en olijfboomgaarden.
Een deel van de Alpujarras ligt in het Natuurpark Sierra Nevada (in totaal ca. 170.000 hectare groot). Het Natuurpark wordt aan de zuidkant begrensd door de weg Lanjaron-Pitres-Berchules-Laujar de Andarax-Fondón-Canjayar. Ongeveer 90.000 hectare werd in 1999 tot Nationaal Park uitgeroepen, waarmee de hoogste toppen en hun omliggende gebied extra speciale bescherming genieten. Dit is voor het behoud van het ecosysteem en de bedreigde endemische plantensoorten belangrijk. Het gebied waarin de Veleta en Mulhacen liggen is niet toegankelijk voor auto’s maar wel voor wandelaars of fietsers. Naast natuurbeheer heeft het Natuurpark nog andere doelen: de economische groei van dorpen in het gebied en het behoud van de aanwezige cultuurrijkdommen.
Het Granadiense deel is behoorlijk “verEngelst” en toeristisch. Het Almeriense deel is nog “authentiek Spaans”, het is voor Spanjaarden een aantrekkelijk gebied voor vakanties “in de bergen” en een tweede huis hebben in Laujar of Fondón telt.
De Alta Alpujarra Almeriense
Met dit initiatief willen 6 hooggelegen gemeentes/dorpen van het Almeriense deel van de Alpujarras gaan samenwerken waar het hun positionering naar buiten betreft. Het gaat om Laujar de Andarax, Fondón, Fuente Victoria, Alcolea, Paterna del Rio en Bayarcál. De dorpen liggen allemaal op zo’n 1.000 meter hoogte tegen de zuidflank van de Sierra Nevada.
De saenwerking krijgt vorm sinds 2020. Met dit gemeenschappelijke merk willen de gemeenten zowel hun economische waarde als hun toeristische aantrekkelijkheid onder de aandacht gaan brengen. Er komt een afzonderlijke website met informatie. Alpujarras Academy steunt het initiatief van harte, en met een beetje Engels …
Het klimaat
Het klimaat van de Alpujarras kent vanwege zijn hoogteverschillen grote contrasten. De zomers zijn warm en droog maar extreme hitte zoals in andere gebieden van Andalusië kent men hier niet. De meeste regen valt in de herfst maar ook er zijn grote contrasten tussen de lagere gebieden en de hogere valleien en bergtoppen. De winter kan behoorlijk koud zijn. Maar omdat de zon hier bijna altijd schijnt is het ook dan prima weer om er op uit te trekken. Vuistregel is dat er 20 graden verschil is tussen dag en nacht. In de zomer op 1000 meter hoogte (veel dorpjes liggen zo hoog): bij een dagtemperatuur van 35 graden een nacht van 20 graden; in de winter bij een dagtemperatuur van 20 graden een nacht van rond het vriespunt.
De Indalo van Almeria
De Indalo is een prehistorisch magisch symbool, dat meer dan 100 jaar geleden gevonden werd in de grot van “Los Letreros” (“De Borden”) in het natuurpark Sierra de María-Los Vélez in Vélez Blanco, Almería, Spain.
De Indalo is een gelukssymbool geworden in Almeria, Je vindt het op huizen en ook ondernemers gebruiken het. Het beschermt tegen het kwade en geldt als een totem, dus als een natuurlijk of bovennatuurlijk voorwerp, wezen of dier dat persoonlijke symbolische betekenis voor een individu heeft en met wiens fenomenen en energie men zich sterk verbonden voelt. Maar die werking heeft het alleen als het een geschenk is. De oorsprong gaat terug tot 2500 voor onze jaartelling Het pictogram is vernoemd naar de heilige Sint Indaletius. Indalo komt van het latijn Indo Eccius (Boodschapper van de Goden; meervoud – dat (nog) wel …) in de Iberische taal.
Volgens de legende was de Indalo een geest die een regenboog in zijn handen kon houden en dragen (vandaar de boog boven de mens-figuur). De Indalo is door de provincie Almeria als haar officiële symbool geadopteerd. Sommigen geloven dat het verhaal achter het symbool dat is van een mens die in een grot schuilt voor de regen, en wanneer de regen ophoudt verschijnt er een regenboog. Als de mens wegloopt van de wand va de grot blijft het beeld daar achter. De Amerikaanse organisatie ter bescherming van inheemse cultuur Cultural
Bezoek de Grot van Los Letreros
Dit gebied is door UNESCO uitgeroepen tot historisch erfgoed. Op de weg van Velez Rubio naar Velez Blanco neem je nèt voor Velez Blanco de afslag naar links. Volg het bordje Cuevas de Los Letreros. Een klein weggetje voert je langs historische overblijfselen, want hier is 6500 jaar geleden een prehistorisch dorp opgericht. De grotten (cuevas) kun je alleen met een gids bezoeken, zorg voor goed schoeisel want er is geen mooi pad naar boven.
Lees hier een (nog) wat uitgebreidere uitleg, met ook aandacht voor de meer recente ontwikkelingen en aandacht voor het symbool in het Engels op de website van Andalucia.com.
Eerste nederzetting op het Iberisch schiereiland werd gesticht in Almería
Onderzoekers van de Universiteit van Granada hebben ontdekt dat de oudste stad van het Iberisch schiereiland 5000 jaar geleden werd gesticht nabij de huidige stad Almería. De stad werd gebouwd rondom een necropolis die meer dan duizend jaar in gebruik is geweest.
Bij belangrijke historische nederzettingen in Spanje denk je al snel aan steden als Barcelona, Madrid, Sevilla of Valencia. Maar van deze steden was 5 duizend jaar geleden nog niet veel te zien. De eerste stad van wat nu Spanje en Portugal is, bevindt zich zo’n 25 kilometer ten noorden van Almería en heet Los Millares.
Gonzalo Aranda, leider van het onderzoek naar deze archeologische nederzetting, vertelt aan de Spaanse krant La Vanguardia dat hij samen met een team van archeologen in 2012 startte met een onderzoek naar de datering van Los Millares en megalithische samenlevingen op het zuidoosten van het schiereiland. Zij ontdekten dat de necropolis Los Millares tussen 3219 en 3124 voor Christus in gebruik moet zijn genomen, de tot nu toe oudste nederzetting die wetenschappers hebben kunnen dateren.
Belangrijke West-Europese archeologische vindplaats
Los Millares is een van de belangrijkste archeologische vindplaatsen van West-Europa en werd ontdekt aan het einde van de negentiende eeuw, bij de aanleg van een spoorlijn tussen Almería en Linares en bevindt zich op een heuvel in de huidige gemeente Santa Fe de Mondújar, op enkele kilometers van de mediterrane kust. Op deze plaats werd een dubbel ommuurde enclave van liefst 19 hectare gesticht met verdedigingswerken en een begraafplaats met 80 collectieve graven. De rijkdom aan grafgiften in deze cultuur was uniek en bestond onder andere uit struisvogeleierschalen en voorwerpen van amber en ivoor.
Het einde van de begrafenisrituelen en het leven in de stad om de begraafplaats heen, voltrok zich volgens het recente onderzoek gelijktijdig in de kopertijd, rond 2200 voor Christus. Uit de uiteenlopende dateringen van de graven kan worden opgemaakt dat de necropolis in diverse tijdvlakken en met verschillende intensiteit werd gebruikt. Dat heeft de onderzoekers in de gelegenheid gesteld om de verschillende begrafenisrituelen chronologisch in kaart te brengen. Tot nu toe werd ervan uitgegaan dat de cultuur van Los Millares zich binnen één tijdvlak had afgespeeld. De nederzetting die ooit gesticht werd als een heilige plaats, werd in de daaropvolgende eeuwen bewoond door verschillende sociale groeperingen waarmee de eerste stad van het Iberisch Schiereiland geboren was.
Steden ontstonden niet om economische motieven
Het ontstaan van de eerste steden heeft volgens Aranda niets te maken met economische motieven, zoals vaak wordt gesuggereerd. De reden moet eerder gezocht worden in het stichten van een beschermde plaats waar de diverse bevolkingsgroepen uit de diverse historische tijdvlakken op een beschermde en veilige manier uiting konden geven aan hun perceptie van de realiteit die traditiegetrouw voor de hele mensheid verborgen is gebleven.
Volgens het onderzoek van Aranda werd de nederzetting zo’n 4.100 jaar geleden voorgoed verlaten en ontstond in dit gebied de Arga cultuur die zich over het hele oostelijke deel van Andalusië en de Levant verspreidde gedurende de Bronstijd.
(Bron: InSpanje, 2 mei 2020)