Over het onderwerp Al-Andalus (Moors Spanje)
Bij wijze van kennismaking met al-Andalus enkele (populair-)wetenschappelijke bronnen: twee historisch overzichten, door Willem Peeters (1) en door Luc Colruy (2), vijf mooie boeken over de achtergronden van het Moorse al-Andalus (3-7), gevolgd door een aantal beschouwelijke bijdragen uit Trouw in 2006, over dat al-Andalus, de islam en de Verlichting (8-10). Een masterthesis uit 2011 gaat nog eens na hoe er in Nederland met “al-Andalus” wordt omgegaan (11). Vanuit verschillende invalshoeken wordt Al-Andalus belicht in de boeken onder 12-18.
Meer specifiek over islam, wetenschap en filoofie gaat het in het onderdeel Verder lezen van de cursus Denken. De teksten onder 13 en 14 zijn dubbel opgenomen, voor het overzicht.
- Al Andalus – het Spanje der Moren (Willem Peeters, historiek.net, 2018)
- De Spaanse Conquista en Reconquista 711-1492 (Luc Colruy, 2011)
- De gouden eeuwen van Andalusië (Maria Rosa Menocal, 2006)
- Myth of the Andalusian Paradise (Dario Fernandez Morera, 2016)
- In het spoor van de Moor (Hanny Alders, 2004)
- De kopiist (Hanny Alders, 2010)
- De zucht van de Moor (Marjet Maks, 2013)
- Al Andalus als lichtend voorbeeld van goed nabuurschap? (Wybren Verstegen, Trouw 2005)
- Al Andalus – schoolvoorbeeld van een harmonieuze, multiculturele samenleving? (Mat Herben, Trouw februari 2006)
- De twee Verlichtingen van de islam (Michiel Leeezenberg, Trouw februari 2006)
- Al-Andalus: een ideaal? (Judith Ouwens, 2011)
- Defining Boundaries in al-Andalus (Janina Safran, 2013)
- Mystici van al-Andalus – over Ibn Barrajan en het islamitische gedachtengoed in de 12e eeuw (Yousef Casewit, 2017)
- Mysticism and Philosophy in al-Andalus (Michael Ebstein, 2014)
- Looking back at al-Andalus (Alexander E. Elinson, 2015)
- De Zeven Steden. Hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten (Violet Moller, 2019)
- Toledo: sleutel tot de kennis van de Arabieren (Gerko Tempelman op YouTube)
- Children of al-Andalus (Hicham Ghalbane en Rick Leeuwestein, 2021)
Diepergaande historische en filosofische aantekeningen vindt u onder Geschiedenis (Cursusmateriaal en Verder lezen) en Denken (Cursusmateriaal en Verder lezen)..
Al Andalus – het Spanje der Moren (Willem Peeters, 2018)
Moorse legers veroverden vanaf 710 in vijftien jaar het Iberisch schiereiland. Uit het noord-westen verdwenen zij al binnen een generatie, Toledo bleef ruim 300 jaar lang in Arabische handen en Granada bijna 800. Wie waren die Moorse veroveraars en heersers? Lees hier de gehele tekst van Willem Peeters.
En hier vindt u een (erg) beknopt overzicht in het Engels van het verhaal van de verovering met een paar aardige illustraties, kerndata en kernbegrippen in een slide show. Zet op volle scherm-grootte en de slide show speelt vanzelf af.
Speciaal over de geschiedenis van 711 tot 720, en alleen als u erg beeldend bent ingesteld moet u het YouTube fragment hieronder openen (maak ook hier het scherm groot en houd u muis op de pauze knop, want het gaat snel!); het is duidelijk meer populair dan wetenschappelijk (alleen al het woord “Spanje” in de titel geeft te denken).
https://youtu.be/Hv43VXyuec0
En als u dan toch plaatjes aan het kijken bent – deze vertelt het verhaal ook heel grafisch. Het blijft nog net verantwoord en inzichtelijk. Vooruit dan maar.
De Spaanse Conquista en Reconquista 711-1492 (Luc Colruy, 2011)
In de achtste eeuw veroveren moslims het Iberische schiereiland. Al-Andalus (het Arabische Spanje) groeit in de tiende eeuw uit tot een zelfstandig kalifaat. De grote moskee van Cordoba, de statige Giralda van Sevilla en de pracht van het Alhambra getuigen van grote welvaart. Dit boek neemt je mee naar het Spanje ten tijde van de conquista en de reconquista. Op basis van uitgebreid bronnenonderzoek probeert de auteur de waarheid over deze periode te achterhalen en gaat hij op zoek naar de ware toedracht van de convivencia, het samenleven tussen moslims, joden en christenen.
Recensie van Redactie Vlabin-VBC
Dit boek gaat over de verovering van het Iberisch schiereiland door de moslims, achtste eeuw na Christus, het uiteenvallen van het kalifaat en de herovering door de christenen in de vijftiende eeuw. De auteur belooft meer dan militaire wetenswaardigheden, maar zijn verhaal is toch hoofdzakelijk een opsomming van veldslagen en belegeringen. De namen van de heersers volgen elkaar in snel tempo op. Wie de weg kwijtraakt, kan de stamboomlijsten achteraan in het boek raadplegen. Het eerste deel biedt ons informatie over de conquista. Dan volgt de dictatuur van de intolerante al-Mansur. Deze betekende het begin van het einde voor het kalifaat. Kort daarna begon de moeizame christelijke reconquista. De auteur wilde een Nederlandstalig, wetenschappelijk boek over dit onderwerp schrijven. Hij verzamelde hiervoor een indrukwekkende lijst studies. In de laatste hoofdstukken verliest hij de objectiviteit uit het oog en maakt hij een subjectieve analyse over het moeizaam samengaan van christenen, moslims en joden. Het boek wordt besloten met registers van persoons- en plaatsnamen. Kleine letter, noten achteraan. Verlucht met kaarten.
Lees hier de uitvoeriger (en ook kritische) recensies op Nieuwwij en Seniorennet.be.
De gouden eeuwen van Andalusië (Maria Rosa Menocal, 2006)
Het verhaal van De gouden eeuwen van Andalusië begint in de achtste eeuw, als een jonge balling, de laatste erfgenaam van een Arabische dynastie, in Spanje het koninkrijk al-Andaloes sticht. Andalusië zou gedurende bijna acht eeuwen het beste van moslims, joden en christenen verenigen. Het betekende het begin van wereldse poëzie, van een adembenemende bouwkunst, van inspirerende literatuur en van grensverleggende wetenschap en filosofie. De invloed op de rest van middeleeuws Europa was aanzienlijk.
De Arabische aanwezigheid in Andalusië duurde tot aan de Renaissance, toen christelijke koningen niet-katholieken verdreven of hen dwongen zich te bekeren. In 1492, als Granada als laatste stadstaat bezwijkt voor de Reconquista, komt er aan al-Andaloes definitief een einde. Wat er van rest zijn magnifieke steden als Córdoba, Sevilla, Granada en Toledo, en de in dit boek tot leven gewekte moslims, christenen en joden.
María Rosa Menocal is hoogleraar Spaans en Portugees aan Yale University en specialist in middeleeuwse Iberische geschiedenis. Zij woont in New York.
Bespreking door Richard Kroes (29-10-2013)
De Gouden Eeuwen van Andalusië is een populair boek zonder wetenschappelijke pretenties dat in de vorm van een reeks biografische schetsen een aantal vensters opent op de geschiedenis van al-Andalus, islamitisch Spanje. Het boek is met enthousiasme geschreven en leest als een trein. De schrijfster beperkt zich in haar boek niet tot de grenzen van haar onderwerp: Spanje, maar laat de lezer ook kennismaken met de invloed die islamitisch Spanje tot in Parijs en Londen heeft gehad. Daarmee maakt Menocal de reikwijdte van de netwerken die er in het middeleeuwse Europa lagen mooi inzichtelijk. Dat laatste maakt het boek toch tot een aanrader.
Want het enthousiasme waarmee het boek geschreven is, geeft het ook een keerzijde: het beeld van islamitisch Spanje, vooral onder de Umayyaden, is soms wel héél erg roze. De veelgeroemde tolerantie en vrijheid van godsdienst in al-Andalus was er wel degelijk, maar was er alleen verhoudingsgewijs. Van de werkelijke invulling van die tolerantie en vrijheid in de Andalusische praktijk zouden we tegenwoordig behoorlijk schrikken. Was al-Andalus nu een bestaande staat, dan zou zelfs Nederland daar graag vluchtelingen uit opnemen.
Menocals aanpak maskeert dat behoorlijk en dat komt voornamelijk omdat ze voor haar biografische schetsen – ze kon ook haast niet anders natuurlijk – mensen genomen heeft die de geschiedenis van al-Andalus mede hebben bepaald. Uitschieters dus, zoals Hasdai ibn Shaprut en Samuel de Nagid bijvoorbeeld: joden die het in islamitisch Spanje bijzonder ver schopten. De een was vizier van de kalief, de ander de generaal van een islamitisch heerser.
Dat zette me aan het denken. Stel dat over duizend jaar de positie van moslims in Nederland wordt beschreven aan de hand van een aantal biografische schetsen. Dan zal het vrijwel onvermijdelijk zijn te melden dat de burgemeester van Rotterdam Aboutaleb heette, dat het op één na beste Nederlandse boek geschreven werd door ene Kader Abdollah, dat de hoogste Nederlandse filmprijs in 2011 in handen viel van Nasredin Dchar en dat het Nederlandse culturele leven werd verrijkt door schrijvers als Hafid Bouazza en Abdelkader Benali; door acteurs als Mimoen Oaissa en Mariam Hassouni; door filmmakers als Karim Traidia en theatermakers als Sabri Saad el Hamus. Ik noem slechts de paar namen die ik zo uit mijn hoofd kan opdiepen. Er zijn er veel meer.
Dat zou de waarheid zijn en niets dan de waarheid, maar niet de hele waarheid. De hele waarheid zou ook melden dat je als ‘noordafrikaans type’ sneller werd aangehouden door de politie en veel minder kans had op betaald werk. De hele waarheid zou ook melden dat er best wel met enige regelmaat moskeeën werden beklad en in brand gestoken.
Dat zijn echter maatschappelijke tendenzen die zich uitsluitend uiten in kleine voorvallen, die zelfs nu niet snel in de krant zullen komen, en in de levens van heel veel mensen, die er echter elk persoonlijk niet heel veel toe doen als het op de loop van de geschiedenis aankomt. Alleen het bestaan van politieke partijen die het fenomeen islam tot hun politieke hoofdpunt hebben gemaakt zou enige indicatie kunnen geven over een maatschappelijke ontwikkeling die wijst op een tegenpool van al die succesvolle allochtonen.
Menocals boek blijft een aanrader, maar wie het leest houde in het achterhoofd dat hier ‘grote mannen geschiedenis’ wordt bedreven. Dat is de geschiedenis die er toe doet en het is de geschiedenis die mede heeft bepaald hoe Europa er nu uitziet. Menocals boek biedt een prima inleiding in de enorme rol die al-Andalus heeft gespeeld in de wereld waarin we nu leven en het biedt die inleiding op een bijzonder prettige manier. Maar het is niet de hele geschiedenis.
Eerder verschenen op apoftegma.wordpress.com
Verder in de pers
- Onze westerse beschaving, de theologie en de filosofie, inclusief de Verlichting en de industriële revolutie; het is allemaal voor een groot deel te danken aan wat heet ‘de gouden eeuwen van Andalusië’. – Roodkoper
- Boeiend en toegankelijk overzicht van pluralistische beschaving in Andalusië tijdens de Middeleeuwen. – De Volkskrant
- Fascinerend… Een levendig boek… We zijn Menocal veel dank verschuldigd voor het ontsluiten van een belangrijke periode uit de geschiedenis. – Claudia Roden in Wall Street Journal
- …een verleidelijk geschreven geschiedenis, een testament van voorbije tolerantie – Booklist
- Dit is een groots, belangrijk boek. (…) Het laat ons zien wat het zou kunnen opleveren als we weer een beetje van het al-Andaloes-gevoel kunnen terughalen. – De Rode Leeuw
- …in een zeer toegankelijke stijl geschreven. – Nederlands Dagblad
Myth of the Andalusian Paradise (Dario Fernandez Morera, 2016)
Historians, journalists, and even politicians uphold the Muslim kingdom in medieval Spain – al-Andalus – as a multicultural paradise, a place where Muslims, Christians, and Jews lived in harmony. There is only one problem with this popular account: it is a myth In this groundbreaking new book, Northwestern University scholar Dario Fernandez-Morera tells the full story of Islamic rule in medieval Spain.
The Myth of the Andalusian Paradise shines light on hidden history by drawing on an abundance of primary sources that historians have ignored, as well as archaeological evidence only recently unearthed. This supposed beacon of peaceful coexistence began, of course, with the Muslim’s violent conquest of Spain. Far from promoting peace and religious tolerance, Muslim rulers maintained their power for centuries through brute force.
Fernandez-Morera documents the many ways in which Islamic rule led to religious and cultural repression – including the subjugation of Spain’s Christian population. The Myth of the Andalusian Paradise provides a desperately needed reassessment of medieval Spain, proving that the Muslims were not, in fact, benevolent rulers. As professors, politicians, and pundits continue to romanticise the Islamic occupation, Fernandez Morera sets the historical record straight – showing that a politically useful myth is a myth nonetheless.
Lees hier meer over de “mythe” onder de noemer Convivencia in wikipedia.
Lees hier een Engelstalige boekbespreking van Nirmal Dass, Wilmington: Intercollegiate Studies Institute, 2016
https://youtu.be/-Bc5f9_YoFk
Luister hier in de Engelse taal naar een bespreking in een boekenprogramma.
In het spoor van de Moor (Hanny Alders, 2004)
Na haar twee succesvolle historische reisboeken In het spoor van de Katharen en In het spoor van de troubadour gaat Hanny Alders opnieuw op reis naar het verleden.
Een reis door het Spanje van de Islam
In dit reisboek neemt ze de lezer mee naar het Moorse Spanje, waar de Arabieren een rijk stichtten dat bijna achthonderd jaar heeft bestaan. Tolerantie en openheid vormden de vruchtbare bodem voor een ongekende welvaart en de bloei van kunsten en wetenschappen. Al-Andalus, zoals het Moorse rijk heette, overschaduwde in de tiende eeuw alle andere culturele centra van Europa en zelfs die van Bagdad en Byzantium. Waarom was in al-Andalus mogelijk wat in onze 21ste eeuw kennelijk niet wil lukken? Hoe slaagden moslims, joden en christenen erin gezamenlijk een cultuur te scheppen die zijn weerga niet kende en waarvan wij nog steeds de vruchten plukken? Waren de verschillende bevolkingsgroepen werkelijk geïntegreerd in de Moorse samenleving en waarom liep het uiteindelijk toch mis?
In de voetsporen van prominente figuren, een verbannen prins, een rebel, een geleerde en een afgezette koning en van de moriscos en mudejares, die de gesel van de katholieke koningen en de Inquisitie trotseerden, wordt de lezer niet alleen langs bekende plaatsen gevoerd zoals Córdoba, Sevilla en Granada, maar ook langs veel minder bekende oorden die een schat aan herinneringen bewaren aan het legendarische Moorse rijk.
Hanny Alders werd in 1946 in Rotterdam geboren. In 1987 debuteerde ze met de historische roman Non nobis, over de ondergang van de Tempelridders, die met het Gouden Ezelsoor werd bekroond voor het best verkochte literaire debuut. Geloofsvervolgingen en conflicten tussen andersdenkenden vormen het thema van haar gehele oeuvre.
De kopiist (Hanny Alders, 2010)
Het is 950. Het grootste deel van Spanje wordt al ruim twee eeuwen lang geregeerd door Arabieren. Vlakbij de hoofdstad Cordoba zetelt de kalief in zijn pas voltooide paleisstad. In de wijk van de perkamentmakers leidt de kopiist Fadl een rimpelloos bestaan. Hij werkt bij de historiograaf al-Razi en zijn jonge vrouw is in verwachting van hun eerste kind. Dan krijgt Fadl een document in handen dat zijn hele leven op zijn kop zet. Tot zijn verbijstering moet hij toezien dat hij alles verliest wat hem lief is. Toch lukt het hem om een geheim te ontsluieren dat diep in het hart van het oude paleis in de stad verborgen ligt. Hij krijgt daarbij hulp van de mysterieuze Teresia, van wie hij zich blijft afvragen of ze nu een vriend of een vijand is. Terwijl het verhaal voortschrijdt, ontvouwt zich een duisteren wereld van geweld en intriges tegen het decor van een bloeiende, hoogontwikkelde samenleving waarin moslims, Joden en christenen vredig naast elkaar leven. De kopiist is een historische roman die leest als een thriller.
Hanny Alders (1946-2010) is gespecialiseerd in de geschiedenis van de Middeleeuwen. Geloofsvervolging en conflicten tussen andersdenkenden vormen het thema van haar gehele oeuvre. Ze debuteerde in 1987 met de historische roman Non nobis, over de ondergang van de Tempeliers, een meeslepend boek dat werd bekroond met het Gouden Ezelsoor, en werd vertaald in het Roemeens, Duits en Spaans en waarvan een half miljoen exemplaren werd verkocht wereldwijd en behalve in Europa ook in Mexico, Chili en Argentinië.
Boekbespreking door dr. N.J.P.M. Bos
In haar oeuvre van historische romans (o.a. ‘Non Nobis’ uit 1987 dat bekroond is met het Gouden Ezelsoor) laat de schrijfster zich kennen als een specialiste in middeleeuwse geschiedenis met een bijzondere belangstelling voor de spanningen die optraden tussen de toentertijd heersende religies.
Haar laatste boek (ze is overleden in 2010) speelt in Cordoba dat in de 10e eeuw al verschillende eeuwen onder heerschappij stond van de Arabieren. De hoofdpersoon die de kost verdient als overschrijver van boekwerken, krijgt een document in handen dat hem verleidt tot allerlei navorsingen waardoor hij in een maalstroom van intriges komt die hem en zijn geliefden in groot gevaar brengen, zeker als blijkt dat de kalief en zijn familie erbij betrokken zijn. Het goed leesbare werk neemt de lezer mee op een tocht door een wonderlijke wereld die velen zal boeien. Het woord vooraf van de hand van de schrijfster en de kaart plus plattegrond voorin de roman worden achterin gevolgd door een bronnenverantwoording, verklarende woordenlijsten, stambomen en literatuurverantwoording.
Overdenking door Verhaalexpert Jacqueline Zirkzee, ter gelegenheid van Hanny Alders – presentatie De kopiist in De Rode Salon, Amsterdam – 24 oktober 2010 (9 november 2010) – De Kopiist, de laatste roman van Hanny Alders (18 juni 1946-22 juli 2010
Schrijfster Hanny Alders overleed afgelopen zomer. Jarenlang deelde ik met haar mijn liefde voor de geschiedenis, voor het vertellen van verhalen, en het schrijven. We hadden veel gemeen, en aan de andere kant waren we ook heel verschillend. We zijn allebei auteurs van historische romans, al was Hanny al een gevestigde naam toen ik debuteerde. Aan de andere kant had ik de studie geschiedenis kunnen doen die zij zo graag had gevolgd. Ik zat in de stad, zij op het platteland. Ik heb een puberzoon, zij was al oma. Toch deden de verschillen in onze achtergrond er niet toe. Zodra het over schrijven ging, begrepen we elkaar volkomen.
Omdat onze woonplaatsen Leiden en Schoorl niet naast elkaar liggen, verliep het contact voornamelijk via e-mail. In de afgelopen tweeënhalf jaar, sinds ik Hanny had geinterviewd in verband met het 25-jarig bestaan van haar uitgeverij, werd onze correspondentie steeds intensiever en persoonlijker. Ik dacht mee over de flaptekst van De kopiist, zij hield zich bezig met de synopsis van mijn nieuwste boek. Hanny stuurde me foto’s van haar bloeiende tuin, ik hield haar op de hoogte van mijn uitgaansleven. Maar we deelden vooral allerlei overdenkingen en meningen over boeken, schrijvers en het schrijversvak. Dat was wat ons contact zo bijzonder maakte, en wat ik heel erg mis, en zal blijven missen.
Hanny Alders debuteerde in 1987 met de verpletterende bestseller Non nobis, een vuistdikke roman over de ondergang van de orde van de Tempelridders. Ze won er het Gouden Ezelsoor mee, de prijs voor het bestverkochte literaire debuut van 1987. Inclusief de vele vertalingen zijn er uiteindelijk meer dan een half miljoen exemplaren van verkocht. Ze schreef ook biografieën, reisboeken en novellen, maar in de historische roman kwam haar talent mijns inziens het meest tot zijn recht. In die traditie volgden na Non nobis Marcabru, De volmaakte ketter en dan nu haar vierde ‘grote’ historische roman, De kopiist. De voltooiing van het boek heeft langer geduurd dan het plan was door haar ziekte en de behandelingen die ze daarvoor moest ondergaan. Ze schreef me in 2008 al met de haar eigen humor: ‘ik heb mijn handen nog vol aan De kopiist, die trouwens weer aardig op dreef is. Ik kan hem alleen niet bijhouden omdat ik telkens een week plat moet.’
De kopiist speelt zich af tijdens het kalifaat van Cordoba, in de tiende eeuw, een spannende, roerige tijd waarin christenen, moren en joden op vreedzame wijze samenleefden. De hoofdpersoon is kopiist. Hij schrijft teksten over, zoals dat in de tijd voor de boekdrukkunst nu eenmaal ging. Hij stuit op een geheim document en dan wordt de lezer meegesleept in een wervelende opeenvolging van gebeurtenissen die zich afspeelt in een tijd en tegen een achtergrond die geheel geloofwaardig overkomt, tot in het kleinste kleurrijke detail.
Hanny dompelde zich helemaal onder in haar materiaal. Vorig jaar, toen de publicatiedatum van De kopiist al een paar keer uitgesteld was en ik net weer aan een nieuw manuscript was begonnen, schreef ze: ‘Heerlijk gevoel, die eerste regels op je scherm! Natuurlijk kom je dan dingen tegen die je uit moet zoeken, maar dat is juist leuk. Het groeit vanzelf, de personen krijgen meer body en zo word je zelf ook gestimuleerd. Ik heb naast de stapel boeken die ik raadpleeg een grote ordner liggen met daarin plastic mapjes met aantekeningen, gerubriceerd naar onderwerp. Zo zit er deze keer in de map onder andere: het plot; (de) stamboom van de kalief van Cordoba; (een) beknopte tijdtafel met historische gebeurtenissen in de periode van de roman; Arabische spreekwoorden; details over het ambacht kalligraferen en kopiëren; (namen van) artsen, astronomen en astrologen van die tijd; (de) Islamitische kalender, (met) feestdagen en gebedsuren; korte biografietjes van een paar historische figuren die een rol spelen in het boek; de 99 namen van Allah; en natuurlijk dingen, woorden, regels die me te binnen schieten en die ik later wil gebruiken. In mijn laptop heb ik een cd zitten met muziek uit Aleppo, waar ze nog musiceren zoals in al-Andalus in de 10de eeuw.’
Dit voorjaar kreeg ik het manuscript van De kopiist toegestuurd en wat mij opviel is, dat, nog meer dan bij haar andere boeken, de levenslust van de pagina’s spat. Het boek is spannend, zintuiglijk, en het verhaal wordt met grote levendigheid en gedrevenheid verteld.
Fadl (de kopiist van het gelijknamige nieuwe boek) heeft het zo nu en dan maar moeilijk met mij,’ schreef Hanny vorig jaar.’Ik breng hem in allerlei lastige situaties waar hij zich vervolgens maar uit moet zien te redden. Lees voor ‘hij’ maar gerust ‘ik’ want tijdens het schrijven gebeuren er gewoon dingen die ik ook niet voorzien had en red je daar dan maar weer uit! Ik denk dat dat jou ook wel overkomt, als je jezelf ten minste een beetje de vrije hand laat tijdens het schrijven en je niet al te strak aan een vooropgezet plan houdt. Dat maakt het schrijven uiteindelijk ook zo leuk!
En dat weet ze goed over te brengen in De kopiist, het boek waarnaar we allemaal hebben uitgekeken en dat dan vandaag eindelijk het levenslicht zal zien. De kopiist Fadl is een hoofdpersoon om van te houden, een brave man, een vrome moslim, eigenlijk is hij stiekem de mannelijke tiende-eeuwse tegenhanger van de keurige Hollandse huisvrouw die Hanny in feite was. Maar ook hij ontdekt onvermoede capaciteiten in zichzelf wanneer hij geconfronteerd wordt met uitdagingen en tegenslagen.
De kopiist is een optimistisch boek, en een boekpresentatie is een vreugdevolle aangelegenheid, vooral voor de schrijver zelf. Een feestje als bekroning na de gedane arbeid. Dat zou dit ook zijn geweest, als Hanny er zelf bij had kunnen zijn.
Natuurlijk wist ik wel dat ze ziek was en niet meer beter zou worden, maar ze was altijd zo opgewekt in haar berichten dat ik er niet bij wilde stilstaan dat dit eindig kon zijn. In februari dit jaar was ze bezig de laatste hand te leggen aan het manuscript van De kopiist. Ze schreef me: ‘Ik verkeer nu in de luxueuze omstandigheid dat ik net als onze mannelijke collega’s die een vrouw hebben die alles in huis regelt, al mijn tijd aan mijn boek kan besteden. En dat komt omdat mijn man en mijn hulp nu alles in huis doen, ook de boodschappen en ook eten koken. Heerlijk, nietwaar? De reden is minder prettig, maar dit is toch een mooie bijkomstigheid, anders was het boek nog steeds niet af geweest.’
Ik bewonderde en bewonder haar nog steeds enorm om die positieve levenshouding. Dit voorjaar nog filosofeerde ze over een mogelijk vervolg op De kopiist, al hield ze er rekening mee dat het in haar omstandigheden misschien handiger was om korte verhalen te gaan schrijven. Reisverhalen, iets thrillerachtigs, ze barstte van de ideeën. Verder had ze het druk met het controleren van de proeven van De kopiist en van een aantal herdrukken uit het niet-digitale tijdperk die helemaal overgezet en opnieuw gecontroleerd moesten worden. Dat waren haar reisboeken In het spoor van de Katharen en natuurlijk In het spoor van de Moor, dat veel materiaal bevat dat ze later gebruikte voor De kopiist.
Mede daarom ging ik aanvankelijk niet in op haar verzoek dat voorjaar om haar speech voor te lezen op deze presentatie, maar eind juni schreef ze opnieuw: ‘Ik hoop nog op inspiratie voor een speech die je alleen maar hoeft voor te lezen en hierbij mijn smeekbede om mijn verzoek te aanvaarden.’
Daarom sta ik hier nu, helaas zonder haar speech, want daar is ze niet meer aan toe gekomen. Mijn praatje moet dus maar volstaan. Ik wil het overigens hierbij laten. Ik kan er nog veel meer over zeggen, maar De kopiist is een boek dat gelezen moet worden, en niet te veel over gespeecht. Hanny’s dochters Lisette en Beatrice zullen nu de publicatie van De kopiist op passende wijze lanceren door het eerste exemplaar aan te bieden aan mevrouw Hafkamp, burgemeester van de gemeente Bergen, waar Hanny zo’n groot deel van haar leven met zoveel plezier heeft gewoond en gewerkt. Ik dank u voor uw aandacht.
Jacqueline Zirkzee, 2010
De zucht van de Moor (Marjet Maks, 2013)
De (laatste) zucht van de Moor is zeker ook een inspiratie voor schrijvers. Salman Rushdie claimde de titel: “De laatste zucht van de Moor“. In dat boek komt hij wel (fictief) in Andalusië terecht, maar zeker niet in de Alpujarras. Lees zo gewenst deze recensie op LibraryThing.
In haar boek “De zucht van de Moor” blijft Marjet Maks daar dichter bij. Zij woont er (dan ook) sinds 2000, en het boek is een historische roman die in het heden speelt.
Het Nederlandse ‘yuppenstel’ Hessel en Sanne zijn op vakantie in Andalusië. Als ze tijdens een wandeling verdwalen, ontmoeten ze de ex-bankrover Ángel en zijn Engelse vrouw Betty, die in een ruïne wonen. Hessel en Sanne brengen bij hen de nacht door. Tijdens het roken van een joint komt Ángel met een pasta, sage of the ghosts, op de proppen. Dit hallucinerend serum, afkomstig van de plant Salvia divinorum, brengt Hessel in contact met het verleden en daarmee met zichzelf.
Hessel is niet afkerig van geestveranderende middelen en als geschiedenisleraar juist geïnteresseerd in het Arabisch verleden van Andalusië. Hij krijgt het serum en heeft een bizarre ontmoeting met Boabdil, de laatste sultan van Granada en diens [dode] vrouw, Morayma. Dat serum had Hessel niet moeten nemen natuurlijk, maar zo’n verzetje ‘terug in de tijd’ lokte hem wel aan. De relatie met Sanne en de vakantiestemming is niet te best vanwege hun terugkerend dispuut. Sanne wil dolgraag kinderen en Hessel moet daar niet aan denken. Zijn fascinatie voor het verleden verandert in een obsessie en wanneer Sanne merkt dat Hessel bij haar vandaan drijft, lopen de spanningen verder op. Onder invloed van de drug zet Hessel zijn gezondheid, en zijn relatie op het spel. Steeds vaker neemt hij iets van het serum, zonder dat Sanne het merkt. Wat volgt is een reeks van hallucinaties naar hoogtepunten uit de laatste twintig jaar van het kalifaat Granada aan het eind van de vijftiende eeuw.
- Inkijkexemplaar met inhoud en het eerste stuk van het eerste hoofdstuk: Alpujarra.
- Lees hier de Biblion recensie.
- Ga hier naar de website van Marjet Maks.
- Lees hier op wikipedia over de historische “Laatste zucht van de Moor”.
Al Andalus als lichtend voorbeeld van goed nabuurschap? (Wybren Verstegen, 2005)
Al Andaloes was de middeleeuwse naam van het islamitische zuiden van Spanje dat bekend is geworden om zijn tolerantie, om het feit dat joden, christenen en moslims er vreedzaam samenleefden. Maar klopt dat beeld? Is Al Andaloes een lichtend voorbeeld van goed nabuurschap? Lees het hier.
Al Andalus – schoolvoorbeeld van een harmonieuze, multiculturele samenleving? (Mat Herben, 2006)
‘Michiel Leezenberg is een spraakmakende filosoof, wiens boek Islamitische filosofie in 2002 werd onderscheiden met de Socratesprijs.’ Maar volgens de politicus Mat Herben heeft Leezenberg er grote moeite mee wensen en feiten uit elkaar te houden. Lees hier waarom.
De twee Verlichtingen van de islam (Michiel Leezenberg, 2006)
De filosoof Michiel Leezenberg reageert op het bovenstaande artikel van de politicus Mat Herben: “Is het islamitische Andaloes uit de twaalfde eeuw een schoolvoorbeeld van een harmonieuze, multiculturele samenleving?”
Het is een verademing om Mat Herbens artikel over de hedendaagse betekenis van islamitisch Spanje te lezen. Eindelijk doet iemand eens een poging om te midden van alle hedendaagse mythen over de islam te zoeken naar historische feiten. Hoofdinzet van zijn betoog is een kritiek van wat ik in mijn boek Islamitische filosofie en in een recenter populariserend artikel, ‘Doe het zelf-islam’ in de bundel Hoe nu verder? heb geschreven over de filosofische en politieke traditie van Moors Spanje of al-Andaloes, en met name over de Moorse filosoof Averroës.
Lezer, u bent gewaarschuwd: ik ga het nog bonter maken. Ik ben bereid om de stelling te verdedigen dat de islamitische wereld wel degelijk een Verlichting heeft doorgemaakt, of zelfs twee Verlichtingen: één inheemse, in de tiende eeuw, en één, de Europese, in de negentiende eeuw. Lees hier maar verder hoe dat zit.
Al-Andalus: een ideaal? (Judith Ouwens, 2011)
In haar Masterthesis Interculturele Communicatie onderzoekt Judith Ouwens verwijzingen naar al-Andalus in landelijke Nederlandse dagbladen. In haar onderzoek kijkt zij naar de rol van al-Andalus in het publieke debat in Nederland over de islam.
Hoe wordt naar deze periode verwezen, en klopt het beeld dat wordt geschetst? Om dit te ontdekken zijn de verwijzingen naar al-Andalus in de afgelopen twee decennia in Nederlandse dagbladen in kaart gebracht en bestudeerd. In het volgende hoofdstuk worden de vraagstelling en de onderzoeksvragen besproken. Hoofdstuk drie geeft een korte beschrijving van de bestuurlijke en politieke ontwikkelingen gedurende de acht eeuwen dat al-Andalus bestond. In hoofdstuk vier wordt de methodologie van het onderzoek besproken, in hoofdstuk vijf komen de resultaten aan bod en hoofdstuk zes is gewijd aan de conclusies en discussie.
Lees er hier wat meer over. U vindt daar ook een link naar de volledige tekst van haar Masterthesis (in pdf).
Defining Boundaries in al-Andalus (Janina Safran, 2013)
Al-Andalus, de Arabische naam voor de middeleeuwse Islamitische staat in Iberia, bestond meer dan 750 jaar volgend op de Arabische en Berberse verovering van Hispania in 711.
Terwijl de populaire perceptie van al-Andalus er één is van een land vol van religieuze tolerantie en culturele samenwerking, is het een feit dat we betrekkelijk weinig weten over hoe moslims omgingen met christenen en joden in al-Andalus. Dat geldt ook voor de sociale verhoudingen tussen moslims, christenen en joden.
In Defining Boundaries in al-Andalus, bestudeert Janina M. Safran in detail de structuren en de praktijken van de moslim politieke en juridisch-religieuze autoriteit. Zij biedt een bijzonder inkijk in het samen-leven in Iberia gedurende de eerste drie eeuwen van het Islamitische bewind. Safran maakt creatief gebruik van bronnen die tot nu toe overwegend buiten beschouwing zijn gebleven door historici, namelijk de geschriften en meningen van de juristen in Andalusië en de Maghred gedurende de Umayyaden dynastie. Deze bronnen stellen haar in staat om een samenleving te schetsen die aan een dramatische verandering onderhevig is.
Duidelijke verschillen tussen overheersers en overheersten en tussen moslims en niet-moslims vervaagden met het verstrijken van de tijd als gevolg van culturele overdrachten, gemengde huwelijken en geloofs-bekeringen. Safran bestudeert aanwezig bewijs van zeer nauwe contacten tussen individuen uit verschillende religieuze gemeenschappen en van juridische inpassingen om haar argumentatie te ontwikkelen over hoe juridische autoriteiten het sociaal contract tussen het moslim bewind en de christelijke en joodse gemeenschappen uitleggen. Door uiteenlopende voorbeelden te geven waar de grenzen verkend en getrokken worden en door het discours van rechters, juristen en hun juridische beoordelingen en teksten te betrekken bij het geschiedkundige verhaal van al-Andalus, verdiept Safran ons begrip van het politieke bedrijf van het bewind van de Umayyaden rule, maakt zij het Islamitische recht tastbaar sociaal, en maakt zij de verhoudingen tussen de verschillende gemeenschappen aansprekend persoonlijk.
Inhoudsopgave
Inleiding
1. The Structuring of Umayyad Rule
2. Society in Transition
3. Between Enemies and Friends
4. Borders and Boundaries
Conclusion
Bibliography
Hier vindt u de hele tekst van het boek op GoogleBooks. Het boek kreeg in 2014 de Premio del Rey van de American Historical Association.
Korte recensies
[This book’s] special genius is its deliberate juxtaposition of the idea of predetermined boundaries between Muslims, Christians, and Jews in al-Andalus with the reality of their perpetual negotation and renegotiation by jurists in light of changes in the historical conext…. For an older generation of Iberianists like me, who originally operated under the assumption that the Arabic sources of early medieval Spain—in marked contrast to the Latin ones—had little to offer on the subject of dhimmis and their relationship to the dominant community, the work of Safran has proved especially eye-opening.
Kenneth Wolf, H-Catholic[Safran] is able to make such good use of al-Khushani against the background of the whole vast range of the Islamic literature relating to the legal scholarship of Islamic Spain. I must stress the immense amount of coordinated hard work that will have gone into this present study. Perhaps we may hope that Professor Safran will soon in a further volume follow the story through to its sad end in 1492?
L. P. Harvey, Journal of Islamic StudiesHer work is insightful and readable, and it makes a significant contribution to the field of Andalusi and interfaith studies. The use of juridical literature to analyze society is a fast-growing field in Islamic studies, and Janina M. Safran’s volume is an important and engaging new contribution.
Amira K. Bennison, The American Historical ReviewJanina Safran has written a rich, clearly structured, and readable book. The main contribution of the book is that it consistently details the historical contingencies that formed the legal construction of religious categories and the management of interreligious relation under Umayyad rule. By thoroughly examining legal deliberation, Safran treats Islamic law as a contextual, situated, intrinsically social, and necessarily ambivalent discourse of negotiation, adaptation, and transculturation. In doing so, she spoils the monolithic picture of Islamic law as dogmatic and uniform, just as she disturbs the notion of al-Andalus as a prime example of interreligious tolerance under Muslim rule, offering instead a welcomed and well-researched analysis of the legal management of religious diversity in al-Andalus.
Oskar Verkaaik, Journal of the American Academy of ReligionSafran’s analysis is illustrated with many examples and also brings in a wide range of chronicle and other material. The book puts this case law within the reach of any interested reader, in a sophisticated and well-organized discussion.
Ann Christys, Bulletin of Spanish StudiesThis important book is a meticulously detailed contribution to the growing body of literature on how Muslims, Christians and Jews lived together in al-Andalus. It stands apart from the line drawn in the 1940s and 1950s by Americo Castro and Claudio Sanchez Albornoz between a happy convivencia on the one hand, and a fractious cohabitation (unavoidable following the Arab-led invasion of a supposedly fully-fledged Christian Spain) on the other.
Stuart Green, British Journal of Middle Eastern StudiesThis is a clever and original book, whose importa nce should not be disguised by its compact and economical style. The implications of Safran’s arguments have applications far beyond al-Andalus—not only elsewhere in the Islamic world, but also as regards subject Muslim communitie s living under Christian rule.
Brian A. Catlos, ComitatusDefining Boundaries in al-Andalus is an unusually compelling work, marked by very astute and realistic social psychology. Janina M. Safran provides exquisite details of social interaction to illuminate the dynamics of conversion, social assimilation, and culture change in Islamic Spain. Safran focuses on boundaries and on the way such boundaries are defined, negotiated, tested, and maintained. The dhimma contract, which regulated relations between the superordinate Muslims and the subordinate Jews and Christians, was deceptively simple and allowed for a wide range of adaptations. The detailed cases Safran presents in her complete account of dhimma law permit the reader to grasp some of the fine texture.
Thomas F. Glick, Boston University, author of Convivencia: Jews, Muslims, and Christians in Medieval Spain
Mystici van al-Andalus – over Ibn Barrajan en het islamitische gedachtengoed in de 12e eeuw (Yousef Casewit)
De twaalfde eeuw was een waterscheiding waar het de mystiek van het moslim Westen betreft. In al-Andalus, waren de pioiers va de mystieke traditie, de Mu’tabirun ofwel ‘Contemplatieven’,de wegbereiders van een synthese tussen Moslim Schrift bronnen en Neoplatoonse komologie. Ibn Barrajān van Sevilla stond aan de wieg van deze nieuwe intellectuele benadering en staat centraal in dit boek van Yousef Casewit.
Ibn Barrajān’s uitgebreide commentaren op de Heilige namen en de Qur’ān benadrukken de betekenis van God’s tekenen in de natuur, de Arabische bijbel als een middel om de Qur’ān uit te leggen, en de mystieke overgang van het zichtbare naar het onzichtbare.
Het onderzoek naar de tot nu toe weinig bestudeerde teksten van Ibn Barrajān en zijn tijdgenoten, Ibn al-‘Arif en Ibn Qasi, alsmede de ruimere socio-politieke en wetenschappelijke context in al-Andalus, zal zowel onderzoekers van de middeleeuwse Islamitische wereld als van de geschiedenis van mystiek en soefisme in het Moslim Westen aanspreken.
Inhoudsopgave
- The beginnings of a mystical discourse in al-Andalus: Ibn Masarra, Mālikism, and the politics of an epistemological debate;
- The rise of the Andalusī Muʿtabirūn: the influence of Ghazālī, markers of the Muʿtabirūn tradition, and the onset of institutional Sufism;
- The life of a contemplative: Ibn Barrajān’s educational formation, spiritual practices, political views, and decease;
- The works of Ibn Barrajān: chronological sequence, manuscript tradition, and central themes;
- The divine descent: bridging the chasm between God and creation;
- The hermeneutics of certainty: harmony, hierarchy, and hegemony of the Qurʾān;
- A Muslim scholar of the Bible: biblical proof-texts for Qurʾānic teachings in the exegetical works of Ibn Barrajān;
- The human ascent: Iʿtibār, cycles of time, and future predictions.
Mysticism and Philosophy in al-Andalus (Michael Ebstein, 2014)
Ibn Masarra, Ibn al-ʿArabi and the Ismāʿīlī Tradition
Verschenen als Vol. 103 in de serie Islamic History and Civilization, uitgeverij Brill
Muslim Spain gave rise to two unusual figures in the mystical tradition of Islam: Ibn Masarra (269/883-319/931) and Ibn al-ʿArabī (560/1165-638/1240). Representing, respectively, the beginning and the pinnacle of Islamic mysticism in al-Andalus, Ibn Masarra and Ibn al-ʿArabī embody in their writings a type of mystical discourse which is quite different from the Sufi discourse that evolved in the Islamic east during the 9th-12th centuries.
In Mysticism and Philosophy in al-Andalus, Michael Ebstein points to the Ismāʿīlī tradition as one possible source which helped shape the distinct intellectual world from which both Ibn Masarra and Ibn al-ʿArabī derived. By analyzing their writings and the works of various Ismāʿīlī authors, Michael Ebstein unearths the many links that connect the thought of Ibn Masarra and Ibn al-ʿArabī to the Ismāʿīlī tradition.
De volledige tekst van het boek is vrij verkrijgbaar op internet, onder andere hier:
- hier gaat u naar de pdf-versie (groot document natuurlijk)
- en hier gaat u naar andere beschikbare formaten (waaronder kindle)
Hier gaat u naar de boekrecensie van Godefroid de Catallaÿ van de Universiteit van Leuven (adaar die recensie ook in pdf-formaat).
Looking back at al-Andalus (Alexander E. Elinson, 2015)
The Poetics of Loss and Nostalgia in Medieval Arabic and Hebrew Literature
Series: Brill Studies in Middle Eastern Literatures, Volume: 34
Looking Back at al-Andalus focuses on Arabic and Hebrew Literature that expresses the loss of al-Andalus from multiple vantage points. In doing so, this book examines the definition of al-Andalus’ literary borders, the reconstruction of which navigates between traditional generic formulations and actual political, military and cultural challenges.
By looking at a variety of genres, the book shows that literature aiming to recall and define al-Andalus expresses a series of symbolic literary objects more than a geographic and political entity fixed in a single time and place. Looking Back at al-Andalus offers a unique examination into the role of memory, language, and subjectivity in presenting a series of interpretations of what al-Andalus represented to different writers at different historical-cultural moments.
De Zeven Steden. Hoe ideeën uit de oudheid ons bereikten (Violet Moller, 2019)
Violet Moller brengt tot leven hoe kennis ons heeft weten te bereiken van de oudheid tot nu in een boek dat leest als een avonturenroman, aldus Peter Frankopan, auteur van De zijderoute. Het boek doet verslag van hoe kennis over de astronomie, wiskunde en geneeskunde sinds de oudheid is blijven bestaan
De zeven steden laat zien hoe de wetenschap zich heeft ontwikkeld tussen de klassieke oudheid en de renaissance; een periode die van groot belang is geweest voor ons huidige denken. We volgen de belangrijkste ideeën, de basis van de hedendaagse geneeskunde, wiskunde en astronomie, op een spannende reis die werd voortgedreven door een onverzadigbare nieuwsgierigheid naar de wereld.
Violet Moller schetst de afgelegde route, langs zeven steden en over een periode van meer dan duizend jaar. We worden meegenomen naar het zesdeeeuwse Alexandrië en het negende-eeuwse Bagdad, naar het islamitische Córdoba en het katholieke Toledo, naar Salerno’s middeleeuwse medische school en Palermo, de hoofdstad van Sicilië met een levendige mix van culturen, en uiteindelijk naar Venetië, waar de drukpersen geometrie mogelijk maakten en zorgden dat de enorme hoeveelheid geschriften over het sterrenstelsel en de geneeskunde nog beter konden worden verspreid. Haar duizelingwekkende reisverslag geeft een genuanceerd en dynamisch beeld vanons gemeenschappelijke intellectuele erfgoed.
Hoofdstukindeling
- Alexandrië
- Bagdad
- Córdoba
- Toledo
- Salerno
- Palermo
- Vernetië
- 1500 en later
Pers beoordelingen van de originele Engelse uitgave (in 2017)
- “Deze geschiedenis laat zien hoe klassieke ideeën overleefden. Fascinerend.” The Times
- “Ambitieus maar bondig, goed onderbouwd maar elegant geschreven, en heel vermakelijk. De Zeven Steden is populaire, intellectuele geschiedenis op zijn best.” The Telegrapph
- Mollers boek is veelomvattend. Ze beschrijft met veel passie hoe precair en onvoorspelbaar het proces van kennisoverdracht kan zijn. The Sunday Times
- Een ambitieus werk over de geschiedenis dat zich bewust is van haar actuele relevantie en thema’s. Moller schetst levendige scenes en bevolt ze met kleurijke historische figuren die grootse, mooie en gedurfde ideeën hebben.”The Spectator
- “Een rijk, levendig verslag, vol met kleurrijke personages uit het Oosten en Westen. En, net als de manuscripten waarvan Moller de routes traceert, zeer verhelderend.’”Tatler, Boek van de Week
- “Nauwkeurig en enthousiast ontrafelt Violet Moller de ingewikkelde, fascinerende geschiedenis van kennis in zeven steden.” Kirkus Reviews
- “Een indrukwekkend, veelomvattend onderzoek naar wat je premoderne intellectuele en culturele geografie zou kunnen noemen.”Publishers Weekly
- “Een epische jacht naar de schat van kennis dwars door verschillende geloven en continenten.” John Agard
Lees hier meer over dit boek, in het bijzonder over het hoofdstuk Córdoba.
Toledo: sleutel tot de kennis van de Arabieren (Gerko Tempelman op YouTube)
Als de Arabisch Andalusische stad Toledo in handen valt van christelijke legers, ontdekken de Europeanen dat het Arabische Rijk ongelooflijk veel kennis in huis heeft. Toledo wordt de plek waar al die kennis naar Europa doorstroomt.
Children of al-Andalus (boek 2021, Hicham Ghalbane en Rick Leeuwestein)
In het rijk Al-Andalus op het Iberisch Schiereiland deelden joden, moslims en christenen tot 1492 een hoogstaande cultuur. Tot de joden en moslims werden verdreven.
In het boek Children of Al-Andalus, dat deze maand verschijnt, komen hun nazaten aan het woord. Zo opent De Groene Amsterdammer van 3 februari een artikel over het boek en de schrijvers er van. De 3 alinea’s hieronder komen uit dat artikel, dat veel uitgebreider is en dat ik ter lezing aanbeveel. Lees hier meer.